- Tijd tot dichtstbijzijnde naderingspunt - geef de tijd tot
naderingspunt op waarbinnen een vaartuig als gevaarlijk moet
worden beschouwd.
- Dichtstbijzijnde naderingspunt - geef het dichtstbijzijnde
naderingspunt op waarbinnen een vaartuig als gevaarlijk moet
worden beschouwd. Deze instelling bepaalt de grootte van de
afstandscirkel als afstandscirkel is ingeschakeld. Raadpleeg
"Veilige cirkel" op pagina 181 voor meer informatie.
•
Interessante doelen - doelen verder weg dan de volgende
afstand worden verborgen:
- Bereik interessante doelen - geef op of doelen binnen elk
bereik moeten worden weergegeven of alleen doelen binnen
een specifieke afstand tot uw vaartuig.
•
Filteren - bepaal welke en hoeveel AIS-doelen worden
weergegeven. Als het aantal doelen het ingestelde aantal
overschrijdt, worden alleen de interessantste doelen
weergegeven. De volgende doelfilterinstellingen worden ook
toegepast op gevolgde doelen voor radars die doeltracking
ondersteunen.
De filteropties zijn:
- Weergeven - geef op of alle doelen, gevaarlijke doelen of
geen doelen moeten worden weergegeven.
- Max. AIS-doelen - geef op of alle AIS-doelen of een
maximum aantal AIS-doelen moeten worden weergegeven.
- Verberg langzamer dan - geef op of doelen langzamer dan
een bepaalde snelheid of alle doelen ongeacht de snelheid
moeten worden verborgen.
- Verberg verloren doelen na – geef op of doelen die na een
bepaalde tijd verloren zijn wel of niet moeten worden
verborgen.
Veilige cirkel
Er kan een afstandscirkel worden getrokken rondom het vaartuig
om een gevarenzone aan te duiden. De radius van de cirkel komt
overeen met het dichtstbijzijnde naderingspunt dat is ingesteld in
het dialoogvenster Vaartuigen en gevolgde doelen. Zie "Vaartuigen en
gevolgde doelen" op pagina 180.
Installatie
De installatie-optie wordt gebruikt voor het opgeven van
instellingen voor radarinstallatie. Installatie-instellingen moeten
Radar
| Elite FS Gebruikershandleiding
181