27
Integratie van apparaten van
derden
Een aantal apparaten van derden kan met de unit worden
verbonden. De applicaties worden op aparte panelen getoond of
zijn geïntegreerd in andere panelen.
Apparaten die met het NMEA 2000® netwerk worden verbonden,
worden automatisch geïdentificeerd door het systeem. Als dat niet
het geval is, kunt u deze functie inschakelen onder geavanceerde
opties in het dialoogvenster Systeeminstellingen.
U kunt een apparaat van derden bedienen via menu's en
dialoogvensters, net zoals op de ander panelen.
Deze handleiding geeft geen specifieke bedieningsinstructies voor
apparaten van derden. Raadpleeg de documentatie van het
apparaat voor informatie over functies en functionaliteit.
Integratie SmartCraft VesselView
Wanneer een compatibel Mercury Marine VesselView product of
VesselView Link aanwezig is op het NMEA 2000® netwerk, kunnen
de motoren worden bewaakt en bediend vanaf de unit.
Als de functie ook is ingeschakeld in het dialoogvenster
Geavanceerde instellingen:
•
Er wordt een Mercury pictogram toegevoegd aan de home
pagina - selecteer deze optie om het instrumentenpaneel van de
motor weer te geven.
•
Er wordt een dialoogvenster met Mercury instellingen
toegevoegd - gebruik dit dialoogvenster om de instellingen van
de motor te wijzigen.
•
Er worden ook Mercury en Vaartuigregeling knoppen
toegevoegd aan de bedieningsbalk.
- Door het selecteren van de Mercury knop worden de motor-
en vaartuiggegevens weergegeven.
- Door het selecteren van de Vaartuig knop wordt de
motorbedieningsunit geopend.
Wanneer de functies zijn ingeschakeld, wordt de gebruiker mogelijk
gevraagd om informatie over basisinstellingen op te geven.
Raadpleeg voor meer informatie de VesselView handleiding of de
motorleverancier.
Integratie van apparaten van derden
Gebruikershandleiding
| Elite FS
225