Algemene technische beschrijving
3.12 Bedieningsorganen
Bedieningspaneel
3 — 16
Voor de bediening en besturing van de machine zijn verschillende
bedieningsorganen op de machine aangebracht.
2
1
Pos.
Omschrijving
1
NOODSTOP-knop
2
Controle-instrument
3
Tuimelschakelaar
4
Tuimelschakelaar
5
Tuimelschakelaar
6
Potmeter
7
Tuimelschakelaar
8
Manometer
Functie/weergave
Stilzetten in geval van nood
Weergaven en meldingen
Vergrendelen - - 0 - - Tippen.
Mengfuncties:
VOORUIT - - 0 - - ACHTERUIT
Tippen - - 0 - - Tippen
LICHTSTERKTE - - 0 - - NOODSTOP
kwiteren
Vergrendelen - - Vergrendelen - - Tip-
pen
Aandrijfmotor:
UIT - - AAN - - STARTEN
Instellen van de mengtijdverlenging
Vergrendelen - - 0 - - Tippen
Pompfuncties:
HAND - - 0 - - AUTOMAAT
Mengreservoirdruk
3
4
5
6
7
8
02_0760_1312NL