5.3 Proefdraaien
5.4 Machine in- en uit-
schakelen
09_0215_1304NL
Om te kunnen proefdraaien moet u allereerst de aandrijfmotor star-
ten. Bij een draaiende machine kunt u dan enkele functies controle-
ren.
Opmerking
Wanneer u bij het proefdraaien van de machine gebreken aantreft,
moeten deze meteen worden verholpen.
Na iedere reparatie moet de controle opnieuw worden uitgevoerd.
Pas wanneer alle volgende controles naar tevredenheid zijn voltooid,
mag de machine in gebruik worden genomen.
Onderstaand wordt beschreven hoe de machine in- en uitgescha-
keld wordt.
Ook leest u hoe de aandrijfmotor gestart en uitgeschakeld wordt.
Opmerking
De schakelkast zit onder de kap in de motorruimte.
Het bedieningspaneel bevindt zich onder een klep, in rijrichting links
aan de bedieningskant van de machine.
Voor een meer gedetailleerde beschrijving zie ook hoofdstuk: "Alge-
mene technische beschrijving" - paragraaf: "Schakelkast" en "Be-
dieningsorganen".
Inbedrijfstelling
5 — 9