Inbedrijfstelling
Machine inschakelen
Aandrijfmotor starten
5 — 10
Op de hoofdschakelaar wordt de voedingsspanning van de machine
ingeschakeld.
Het controle-instrument wordt eveneens ingeschakeld en het start-
display verschijnt.
Voor het inschakelen van de aandrijfmotor moet de voedingsspan-
ning ingeschakeld worden.
Open de kap.
Op de schakelkast de hoofdschakelaar "Machine AAN" bedie-
nen.
⇒ De voedingsspanning van de machine wordt ingeschakeld.
Zet de tuimelschakelaar "Aandrijfmotor UIT - - AAN - - STARTEN"
in de stand "AAN".
⇒ Het controle-instrument wordt ingeschakeld.
⇒ Het "start-display" verschijnt op het controle-instrument tij-
dens het inschakelen.
Sluit en beveilig de kap.
Voor het starten van de aandrijfmotor moeten de voedingsspanning
en het controle-instrument ingeschakeld zijn.
Opmerking
De aandrijfmotor kan zonder NOODSTOP-kwitering niet gestart wor-
den.
Voor het opstarten van de aandrijfmotor is een kort tippen in de
stand "STARTEN" voldoende.
Wordt tijdens het opstarten van de aandrijfmotor opnieuw "STARTEN"
getipt, wordt er geen nieuw startsignaal gegeven. Eveneens bewerk-
stelligt het ingedrukt houden van de "STARTEN"-positie geen nieuwe
vrijgave van de start.
Start afbreken: Het startsignaal wordt gereset wanneer de motor bin-
nen 15 seconden niet start.
09_0215_1304NL