5.7 Machine stilzetten
na inbedrijfstelling
09_0219_1312NL
Na de functiecontrole kunt u de machine stilzetten.
1
2
Pos.
Omschrijving
1
Bedieningsorgaan
2
Tuimelschakelaar aandrijfmotor: "UIT - - AAN - - STARTEN"
3
Hoofdschakelaar "Machine AAN / UIT"
4
Schakelkast
Schakel de aandrijfmotor met de tuimelschakelaar "Aandrijfmo-
tor UIT - - AAN - - STARTEN" in stand "UIT"
⇒ De aandrijfmotor wordt uitgeschakeld
⇒ Het controle-instrument wordt uitgeschakeld.
Open de kap.
Op de schakelkast de hoofdschakelaar "Machine UIT" bedienen.
⇒ De voedingsspanning van de machine wordt uitgeschakeld.
Sluit en beveilig de kap weer.
Beveilig de machine tegen ongeoorloofd starten of gebruiken.
Inbedrijfstelling
3
4
5 — 21