Inbedrijfstelling
5.2 Bijtanken van de
machine
5 — 8
Controleer voor de inbedrijfname, dat er voldoende brandstof in de
tank aanwezig is en vul deze eventueel bij. De uitgeschakelde
machine kunt u via de vulsok bijtanken.
Opmerking
Vul de brandstoftank tijdig bij, omdat u anders de brandstofleiding
moet ontluchten.
Gebruik afhankelijk van de buitentemperatuur zomer- of
winterdiesel!
Attentie
Vul de brandstoftank alleen met gebruikelijke merken diesel, omdat
de dieselmotor anders kan worden beschadigd.
Let bij het tanken van de machine op verontreinigingen!
Gevaar
Tank alleen wanneer de motor stilstaat!
Rook nooit tijdens het tanken!
Vul de brandstoftank nooit in de buurt van open vuur of vonken die
voor ontbranding kunnen zorgen.
Let er bij het tanken op, dat er geen brandstof op hete
machineonderdelen wordt gemorst. Er bestaat ontvlammingsgevaar!
Voorkom open vuur in de buurt van de machine en sluit na het
tanken de brandstoftank - brandgevaar!
Mors geen brandstof!
Zorg ervoor dat er een brandblusser in de directe nabijheid van de
machine aanwezig is!
09_0007_0703NL