3‐2
Installatie
1. Pistoolaansluitingen
(vervolg)
Handleiding 31‐37
5. Sluit de pistoolkabel (2) aan op de stekkerbus GUN OUTPUT in het
achterpaneel van de besturingseenheid. Borg de kabel aan de
stekkerbus met de borgmoer op het kabeluiteinde.
6. Wikkel de acht stukken dunne 9,5‐mm (
meegeleverd met het pistool, op enige afstand van elkaar rond de
luchtslangen en de kabel tussen het pistool en de besturingseenheid.
Wikkel het eerste stuk op 25-30 cm afstand vanaf de pistoolgreep.
7. Gebruik spiraalbuis om de poedertoevoerslang op 0,6 meter onder de
pistoolgreep te bundelen met de kabel en de luchtslangen.
8. Zorg voor een vrije doorgang voor de toevoerslang, de pistoollucht‐ en
spoelluchtslangen en de pistoolkabel. Zorg dat de leidingen, de
slangen en de kabel niet door zware machines kunnen worden
afgekneld, doorsneden of overreden.
2
1
Afb. 3‐1
Pistoolaansluitingen
1. Slangen voor spoellucht en
pistoollucht
2. Pistoolkabel
3. Slanghouder
397 052G
Uitgave 11/01
3
/
‐inch) spiraalbuis,
8
5
3
4
4. Toevoerslang
5. Inlaatkoppelstuk
E 2001 Nordson Corporation
Alle rechten voorbehouden
3137001E