Hoofdstuk 3
Installatie
1. Pistoolaansluitingen
E 2001 Nordson Corporation
Alle rechten voorbehouden
PAS OP: Sta enkel gekwalificeerd personeel toe de volgende
taken uit te voeren. Alle veiligheidsvoorschriften uit deze
handleiding en uit alle andere relevante documentatie in acht
nemen.
PAS OP: Alle elektrisch geleidende uitrusting in de spuitruimte
moet geaard zijn. Niet of slecht geaarde apparatuur kan
elektrostatisch worden opgeladen, waardoor een zware
elektrische schok kan worden toegebracht of waarbij
vonkvorming brand of explosie kan veroorzaken.
Zie afbeelding 3‐1.
OPMERKING: Zorg dat de poedertoevoerslang zo kort mogelijk blijft, niet
1
langer dan 12‐m als u
/
‐inch slang, of 4‐m als u
2
(binnendiameters). Bij grotere lengten kan de poederdoorstroming
onregelmatig worden.
1. Installeer de poedertoevoerslang (4).
S
Sluit het ene uiteinde aan op de pompafvoer.
S
Sluit het andere uiteinde aan op de slangkoppeling aan de
onderkant van het inlaatkoppelstuk (5).
2. Knijp de toevoerslang samen en druk hem in de slanghouder (3)
onderaan de pistoolhandgreep.
3. Breng bij de pompafvoer en eventueel ook elders spiraalbuis aan
rondom de toevoerslang, zodat er geen knikken in de slang kunnen
ontstaan die de poederstroming kunnen blokkeren.
4. Installeer de transparante pistoolluchtslang (4 mm) en de zwarte
spoelluchtslang (6 mm) (1).
S
Sluit het ene uiteinde aan op de snelkoppelingen aan de onderkant
van de pistoolgreep.
S
Sluit het andere uiteinde aan op de snelkoppelingen voor
pistoollucht en spoellucht in het achterpaneel van de
besturingseenheid.
397 052G
Uitgave 11/01
3‐1
Installatie
3
/
‐inch slang gebruikt
8
Handleiding 31‐37