6. Oorzaken en herstelling van storingen
De brander wordt buiten bedrijf in storingsstand
vergrendeld teruggevonden (signaallamp rood) of de
branderwerking wordt verhinderd (signaallamp flikkert
oranje/rood of groen/rood).
Bij storingen moeten eerst de basisvoorwaarden voor een
normale werking gecontroleerd worden :
Is er spanning aanwezig ?
Is er stookolie in de tank ?
Zijn alle regelorganen voor ruimte- en keteltemperatuur,
laagwaterbeveiliging, eindschakelaars e.d. correct
ingesteld ?
Wordt vastgesteld dat de oorzaak van de storing niet aan
bovengenoemde voorwaarden ligt, dan moeten de met de
brander samenhangende functies individueel getest
worden.
Probleem
Verbrandingsmanager; signaallamp
uit
rood
rood/groen flikkerend
(na ca. 24 sec.
storingsafschakeling)
rood/oranje flikkerend,
3 maal, dan korte pauze
oranje/rood flikkerend
groen flikkerend
zwak rood schijnsel
20
OPGELET
GEVAAR
Oorzaak
geen warmtevraag of geen
stroomtoevoer
storing
diagnosecode tot bij het herkennen van
de storingsoorzaak (ontgrendelingstoets
ca. 5 sec. lang indrukken)
2x flikkeren
3x flikkeren
4x flikkeren
6x flikkeren
4 x vlamuitval binnen
een bedrijfsfase :
7x flikkeren
9x flikkeren
10x flikkeren
met het ontgrendelen (ca. 1 sec.)
wordt de pinklichtcode-informatie
in het interne geheugen gewist
vreemde belichting
spanning te hoog
spanning te laag
interne zekering F7 uitgevallen
brander werkt met zwak
vlamvoelersignaal
grenswaarden :
kortsluiting in voelerkring :
aanspreekgrens voor vreemdlicht
aanspreekgrens voor bedrijf
aanbevolen vlamcontrolestroom :
max. bereikbare voelerstroom :
optische data-overdracht
geactiveerd (wordt niet gebruikt)
Om schade aan de installatie te vermijden, niet
meer dan 2 ontgrendelingen na mekaar
uitvoeren.
Gaat de brander een derde maal op storing :
storingsoorzaak verhelpen.
Het ontstoren mag alleen doorgevoerd
worden door gekwalificeerd personeel dat
hiervoor over de nodige vakkennis beschikt.
Ontstoren : met diagnosecode (zie hfst. 5.6) :
Bij het optreden van een storing de fout-
analysetijd van ca. 5 sec. afwachten, dan de
ontstoringstoets zolang ingedrukt houden,
tot de signaallamp naar oranje omschakelt
(ca. 5 sec.). Flikkercode (rood) noteren,
vervolgens de toets voor de ontstoring
gedurende ca. 1 seconde lang indrukken.
zonder diagnosecode :
ontstoringstoets zolang zacht ingedrukt houden
(ca. 1 seconde), totdat de rode lamp uitdooft.
Oplossing
geen vlam bij het einde van de veiligheidstijd
brugstekker nr. 12 ontbreekt
vlamsimulatie/vreemde belichting
fout van de servomotor
vlamuitval bij kleinlast
vlamuitval bij vollast
geen duidelijke foutbepaling
vreemde lichtbron opzoeken en wegwerken
externe spanningstoevoer controleren
spanningstoevoer controleren
zekering vervangen (hfst. 7.12)
branderinstelling controleren,
ofwel is de vlamvoeler vuil
< 2kΩ komt overeen > 110µA
< 15µA
> 30 µA
40 tot 100 µA
ca. 120 µA
ontstoringstoets > 5 sec. indrukken, de
verbrandingsmanager gaat opnieuw naar
de diagnosecode of naar de bedrijfsmodus