• ondeskundig uitgevoerde herstellingen • overmacht • schade ontstaan door verdere benutting, ondanks het optreden van gebreken • niet toegestane brandstoffen • gebreken in de toevoerleidingen • het niet gebruiken van originele -weishaupt- onderdelen...
Los van de montage- en bedieningsrichtlijnen dienen uitvoeren. Voor alle ombouw-activiteiten is een de landelijk geldende regels en voorschriften ter schriftelijke toestemming van de firma Weishaupt voorkoming van ongevallen te worden nageleefd. In het nodig. bijzonder moeten alle betreffende installatie- en •...
3 Technische beschrijving 3.1 Doelgericht gebruik De Weishaupt oliebrander WL10 is geschikt : Typering : • voor montage op een warmtegenerator volgens EN 303-3 resp. DIN 4702-1 Type • voor warmwaterinstallaties bij intermitterende werking 10 /2 en continu bedrijf (verbrandingsmanager schakelt om de 24 h éénmaal af)
3.2 Functie Branderconstructie Functieschema • Volautomatische oliedrukverstuivingsbrander met venti- lator. • Eéntrapse bedrijfswijze. Digitale brandermanager Kenmerken : • beveiliging door interne toestelzekering • stuurt en controleert alle branderfuncties • veiligheid door 2 microprocessoren (wederzijdse controle) • data BUS-aansluiting (eBUS) • signaallamp voor aanduiding van de bedrijfstoestand : groen branderbedrijf...
Pagina 7
Oliepomp Oliepomp AL30C 9537 AL30C 9537 • Pomp voor gasolieverwarming • Ingebouwd drukregelventiel • Eén magneetventiel ; stroomloos gesloten • Bypass voor de omschakeling van tweepijps- naar éénpijpssysteem Technische gegevens : Drukbereik van de pomp ___________________8…15 bar Aanzuigdebiet ________________________________40 l/h Fabrieksinstelling_____________________________12 bar Ontluchting De pompen ontluchten bij een tweepijpssysteem...
4 Montage 4.1 Veiligheidsaanwijzingen voor de montage Spanning van de installatie uitschakelen Voor het begin van de montagewerken de hoofd- en gevaarschakelaar uitschakelen. Negeren kan elektrische schokken GEVAAR veroorzaken, met zware verwondingen of de dood tot gevolg. 4.2 Levering, transport, opslag De levering controleren Opslag Controleer de levering op volledigheid en...
Pagina 9
Aansturing van het magneetventiel : zie hfst. 5.5. Ringleidingsbedrijf Eénpijpssysteem Tweepijpssysteem Bij meerdere branders of bij grotere afstanden raadt -weishaupt- aan de olietoevoer als ringleiding uit te voeren. Installatie- en werkingsschema’s zie “Technische Oliepomp aan de brander Arbeitsblätter”. Magneetventiel (vertraagd sluitend) of antihevelventiel...
Brandermontage Warmtegenerator voorbereiden Bemetseling en boormaten De tekening geeft een voorbeeld van een bemetseling voor een warmtegenerator zonder gekoelde voorwand. De Bemetseling bemetseling mag niet verder reiken dan de voorkant van de vlamkop. De bemetseling mag echter conisch (≥ 60°C) Flensafdichting uitgevoerd worden.
67,8 5,7 73,8 6,2 – – De tabel is gebaseerd op gegevens van de Voorbeeld van een verstuiverkeuze WL10/2-C verstuiverconstructeur. Het vereiste verbrandingswarmtevermogen Q = 54,7 kW ** gebaseerd op 7 bar Bij een verstuivergrootte van 1,00 worden bij voorkeur geeft een totaal oliedebiet van :100 / 11,9 = 4,6 kg/h Fluidics-verstuivers ingezet.
5 Inbedrijfname en werking 5.1 Veiligheidsaanwijzingen voor de eerste inbedrijfname De eerste inbedrijfstelling van de verbrandingsinstallatie Bovendien moet ook de voorgeschreven zekering van de mag alleen door de leverancier, fabrikant of een andere, stuurstroom, de maatregelen voor aanrakingsbeveiliging door deze laatste erkende vakkundige uitgevoerd worden. van elektrische installaties en de totale bedrading Daarbij moet de juiste instelling en werking van alle regel-, gecontroleerd worden.
5.3 Eerste inbedrijfname en afregeling Basisinstelwaarden stuwschijf en luchtklep Algemeen kunnen met deze voorinstelling CO -waarden Met de schaalwaarden voor de instelling van de stuwschijf tussen 12,0 % en 13,0 % verkregen worden. De en de luchtklep kan de brander voor de eerste voorinstelling is echter geen vervanging voor de inbedrijfname vooringesteld worden.
Richtwaarden voor de ventilatordruk vóór de Richtwaarden druk vóór de menginrichting menginrichting Werd de brander voor de eerste inbedrijfname ingesteld overeenkomstig de parameters in de diagrammen, dan bekomt men, afhankelijk van de vuurhaardweerstand van de warmtegenerator, de in het diagram aangegeven richtwaarden voor de druk vóór de menginrichting.
5.6 Bediening W-FM 05 Functie De in de W-FM 05 geïntegreerde ontstoringsdrukknop Indrukken van de toets per vergissing (minder dan 1 vervult volgende functies : seconde) : melding verdwijnt, manager blijft in • ontgrendeling bij branderstoring vergrendeling. • overdragen van een optische diagnosecode (zie hfst. 6) •...
6 Oorzaken en oplossen van storingen De brander wordt buiten bedrijf in storingsstand Om schade aan de installatie te vermijden, niet vergrendeld teruggevonden (signaallamp rood) of de meer dan 2 ontgrendelingen na mekaar branderwerking wordt verhinderd (signaallamp flikkert uitvoeren. oranje/rood of groen/rood). Gaat de brander een derde maal op storing : OPGELET storingsoorzaak verhelpen.
Pagina 19
Probleem Oorzaak Oplossing Vervolg signaallamp rood flikkerend brugstekker nr. 12 ontbreekt brugstekker nr. 12 insteken rood schijnsel optische data-overdracht geactiveerd ontstoringstoets > 5 sec. indrukken, (wordt niet gebruikt) verbrandingsmanager gaat terug naar de diagnosecode of de bedrijfsmodus Motor draait niet condensator defect condensator vervangen oliepomp blokkeert...
Pagina 20
Probleem Oorzaak Oplossing Verstuiver Ongelijkmatige verstuiving boorgat gedeeltelijk verstopt verstuiver vervangen verstuiverfilter sterk vervuild verstuiver vervangen door te lang gebruik versleten verstuiver vervangen Geen oliedoorgang verstuiver verstopt verstuiver vervangen Olie stroomt onmiddellijk bij magneetventiel oliepomp ondicht oliepomp vervangen de start van de brandermotor Vlamvoeler reageert niet op de vlam vlamvoeler defect...
7 Onderhoud 7.1 Veiligheidsaanwijzingen voor onderhoud Onvakkundig uitgevoerde onderhouds- en Personeelskwalificatie herstellingswerkzaamheden kunnen zware Onderhouds- en herstellingswerken mogen alleen ongevallen tot gevolg hebben. Personen uitgevoerd worden door gekwalificeerd personeel dat kunnen daarbij zwaar gewond of gedood hiervoor over de nodige vakkennis beschikt. GEVAAR worden.
• verstuiver niet reinigen • steeds nieuwe verstuiver gebruiken 7.4 Ontstekingselektroden instellen Instelmaten ontstekingselektrode Verstuiverlijn uitbouwen (zie hfst. 7.3) OpmerkingDe ontstekingselektroden mogen niet in aanraking komen met de verstuivingskegel van de verstuiver ! Brander- Maten in mm type WL10/2-C 2,0…2,5 1,5 -2,0 1,0-2,0...
3. Aanwijsstift met inbussleutel (SW3) verdraaien, zodat deze evenwijdig ligt met het afsluitdeksel . 4. Kap opnieuw opzetten. OpmerkingDe instelling van de stuwschijf steeds met de instelschroef uitvoeren. Niet aan de aanwijs- stift draaien ! Basisinstelling WL10/2-C 276 ± 0,5 Branderflens Vlamkop Verstuiverlijn Aanwijsstift Verstuiver...
7.8 Servicepositie 7.9 Oliepomp, ventilatormotor en schoepenwiel uit- en inbouwen Schroef toegankelijk via de boring in het schoepenwiel Bij de montage moet de schroef op de uitsparing van de motoras zitten.
7.10 Luchtregelhuis en luchtklep reinigen Opmerking Indien een elektromotorische luchtklepaandrijving (optie) aangebouwd is, dan moet voor de uitbouw van de luchtklep de stekker nr. 2 aan de verbrandingsmanager uitgetrokken worden. 7.11 Hoekaandrijving van de luchtklep uit- en inbouwen...
Bijvoegsel Inhoud • Verbrandingscontrole • Trefwoordenregister Verbrandingscontrole Opdat de installatie milieuvriendelijk, zuinig en storingvrij Bepaling van rookgasverliezen zou kunnen werken, zijn bij de afregeling rookgasmetingen Het zuurstofgehalte van de rookgassen, alsook het verschil noodzakelijk. tussen rookgas- en verbrandingsluchttemperatuur is te bepalen.
De verantwoordelijkheid ligt bij één enkele firma. Weishaupt Thermo Unit / Thermo Gas Weishaupt Thermo Condens. In deze toestellen verbinden zich innovatieve en miljoenenmaal beproefde techniek tot een overtuigende totaaloplossing: stooktechniek uit één gietblok.