Montage- en bedieningsvoorschrift Oliebrander WL10/2-D 1 Aanwijzingen voor de gebruiker 1 Aanwijzingen voor de gebruiker Dit montage- en bedieningsvoorschrift is een vast onderdeel van het toestel en Vertaling van het moet bij de installatie bewaard worden. originele bedieningsvoorschrift Voor de werkzaamheden aan het toestel, het montage- en bedieningsvoorschrift aandachtig lezen.
Weishaupt onderdelen, overmacht, niet geautoriseerde wijzigingen aan het toestel, montage van extra componenten, die niet samen met het toestel door de...
Montage- en bedieningsvoorschrift Oliebrander WL10/2-D 2 Veiligheid 2 Veiligheid 2.1 Doelmatig gebruik De brander is geschikt voor gebruik op warmtegeneratoren volgens NEN-EN 303 en NEN-EN 267. Als de brander niet in vuurhaarden volgens NEN-EN 303 en NEN-EN 267 toegepast wordt, moet een veiligheidstechnische beoordeling van de verbranding...
2 Veiligheid 2.3 Constructieve wijzigingen Aanpassingen mogen alleen met schriftelijke toestemming van de firma Max Weishaupt GmbH uitgevoerd worden. alleen aanvullende componenten monteren, welke met het toestel gekeurd zijn. geen inzetstukken in de vuurhaard toepassen, welke het volledig uitbranden van de vlam hinderen.
3.1 Type code WL10/2-D Serie: W-brander Brandstof: gasolie (HBO) Bouwgrootte Belastingsgrootte Constructiestand 3.2 Serienummer Het serienummer op de typeplaat is een duidelijke identificatie van het product. Dit is noodzakelijk voor technische ondersteuning door Monarch/Weishaupt. 1 Typeplaat Serie nr.: 8-76 83292544 1/2019-04 La...
Montage- en bedieningsvoorschrift Oliebrander WL10/2-D 3 Productbeschrijving 3.3 Werking 3.3.1 Luchttoevoer Luchtklep De luchtklep regelt de luchthoeveelheid voor de verbranding. Via een instelschroef op de luchtklep, of op de servomotor (optie) wordt de gewenste luchtkleppositie ingesteld. Bij branderstilstand sluit de servomotor (optie) de luchtklep automatisch. Daardoor wordt het afkoelen van de warmtegenerator gereduceerd.
Montage- en bedieningsvoorschrift Oliebrander WL10/2-D 3 Productbeschrijving 3.3.2 Olietoevoer Oliepomp De pomp zuigt de olie via de toevoerleiding aan en voert deze onder druk naar de olieverstuiver. Daarbij houdt het drukregelventiel de oliedruk constant. Een magneetventiel opent en sluit de olietoevoer naar de verstuiver. Het drukregelventiel en de magneetklep zijn in de pomp geïntegreerd.
Montage- en bedieningsvoorschrift Oliebrander WL10/2-D 3 Productbeschrijving 3.3.3 Elektrische onderdelen Brandermanager De brandermanager W-FM is de besturingseenheid van de brander. Deze stuurt het functieverloop en controleert de vlam. Brandermotor De brandermotor drijft de waaier en de oliepomp aan. Ontstekingsunit De elektronische ontstekingsunit produceert aan de elektrode een vonk welke het brandstof-luchtmengsel ontsteekt.
Montage- en bedieningsvoorschrift Oliebrander WL10/2-D 3 Productbeschrijving 3.3.4 Programmaverloop Voorventilatie zonder servomotor Bij warmtevraag start, na de initialisatietijd (T ), de brandermotor. De vuurhaard wordt voorgeventileerd. Voorventilatie met servomotor (optie) Bij warmtevraag loopt, na de initialisatietijd (T ), de luchtklepservomotor open.
Pagina 13
Montage- en bedieningsvoorschrift Oliebrander WL10/2-D 3 Productbeschrijving W-FM 05 T1 T2 Vlamopnemer Initialisatietijd: 1 s Temperatuur- of drukregelaar Naventilatietijd: 1,2 s Temperatuur- of drukbegrenzer Naontstekingstijd: 6,5 s Antihevelventiel (optioneel) Veiligheidstijd: 4,6 s Magneetventiel Voorventilatietijd: 16,2 s Brandermotor Spanning aanwezig Servomotor luchtklep (optie)
Montage- en bedieningsvoorschrift Oliebrander WL10/2-D 3 Productbeschrijving 3.4.5 Emissies Rookgassen De brander voldoet aan de EN 267 emissieklasse 3. De NO -waarden worden beïnvloed door: vuurhaardafmetingen, rookgasafvoer, brandstof, verbrandingslucht (temperatuur en vochtigheid), mediumtemperatuur. Geluid 2-cijferige emissiewaarden gemeten geluidsniveau L (re 1 pW)
Montage- en bedieningsvoorschrift Oliebrander WL10/2-D 3 Productbeschrijving 3.4.6 Belasting Branderbelasting branderbelasting 35 … 70 kW 2,9 … 5,9 kg/h vlamkop W10/2-D de aangegeven oliehoeveelheid is gebaseerd op een stookwaarde van 11,9 kWh/kg bij gasolie. Werkingsgebied Werkingsgebied volgens EN 267. De belastingsgegevens zijn gebaseerd op een opstellingshoogte van 500 m boven N.A.P.
Montage- en bedieningsvoorschrift Oliebrander WL10/2-D 3 Productbeschrijving 3.4.7 Afmetingen Brander –weishaupt– 32 mm 330 mm 345 mm 1 137 mm zonder vlamkopverlenging 237 mm bij vlamkopverlenging (100 mm) 337 mm bij vlamkopverlenging (200 mm) 437 mm bij vlamkopverlenging (300 mm) 3.4.8 Gewicht...
Montage- en bedieningsvoorschrift Oliebrander WL10/2-D 4 Montage 4 Montage 4.1 Montagevoorschriften Brandertype en werkingsgebied Brander en warmtegenerator moeten op elkaar afgestemd zijn. Brandertype en branderbelasting controleren. Opstellingsruimte Voor de montage ervoor zorgen dat: de ruimte voor de normale positie en servicepositie volstaat [hfst. 3.4.7], de luchttoevoer voor de verbrandingslucht voldoende is, evt.
Montage- en bedieningsvoorschrift Oliebrander WL10/2-D 4 Montage 4.2 Verstuiver selecteren Verstuivergrootte bepalen. Aanbevolen verstuivers fabricaat karakteristiek Steinen 60°S, 60°H Fluidics 45°SF , 45°HF bij verstuivergrootte 1,00 gph en 1,10 gph worden Fluidics-verstuivers aanbevolen. alleen vanaf een pompdruk van 12 bar en eenpijpssysteem (hogere olietemperaturen).
Montage- en bedieningsvoorschrift Oliebrander WL10/2-D 4 Montage 4.3 Brander monteren Branderflens 1 van het branderhuis verwijderen. Flensafdichting 2 en branderflens 1 met schroeven 3 aan de warmtegenerator bevestigen. Ringspleet tussen vlamkop en bemetseling met onbrandbaar, elastisch isolatiemateriaal opvullen (niet dichtmetselen).
Montage- en bedieningsvoorschrift Oliebrander WL10/2-D 4 Montage 4.3.1 Brander 180° draaien (optioneel) Drukslang (DN 4, 286 mm) is, bij 180°-gedraaide montage, noodzakelijk. Verplaats de tapeinden 1 naar de aangrenzende schroefdraadgaten. De brander in servicepositie A hangen [hfst. 9.3]. Schroef 1 op de stuwplaat losdraaien en de stuwplaat 180° draaien.
Montage- en bedieningsvoorschrift Oliebrander WL10/2-D 5 Installatie 5 Installatie 5.1 Olievoorziening NEN-EN 12514-2, NEN-EN 267 en de plaatselijk geldende voorschriften in acht nemen. Voorwaarden voor oliepompen controleren zuigweerstand max 0,4 bar aanvoerdruk max 2 bar aanvoertemperatuur max 60 °C op de pomp gemeten.
Pagina 23
Montage- en bedieningsvoorschrift Oliebrander WL10/2-D 5 Installatie Olietoevoer aansluiten, daarbij: olieslangen niet torderen, mechanische spanning vermijden, noodzakelijke slanglengte voor het zwenkbereik in acht nemen, olieslangen niet knikken (buigradius 1 niet kleiner dan 50 mm). Als een aansluiting onder deze voorwaarden niet mogelijk is: Olievoorziening installatiezijdig aanpassen.
Montage- en bedieningsvoorschrift Oliebrander WL10/2-D 5 Installatie 5.2 Elektrische aansluiting Levensgevaar door elektrische schok Werkzaamheden onder spanning kan tot elektrische schokken leiden. Voor aanvang van de werkzaamheden de voedingsspanning afschakelen. GEVAAR Tegen onverwachts opnieuw inschakelen beveiligen. De elektrische aansluiting mag alleen door gekwalificeerde elektrotechnici uitgevoerd worden.
Montage- en bedieningsvoorschrift Oliebrander WL10/2-D 6 Bediening 6 Bediening 6.1 Bedieningspaneel Schade aan de brandermanager door foutieve bediening Hard op de LED-toets drukken kan de brandermanager beschadigen. LED-toets slechts licht indrukken. VOORZICHTIG De LED-toets op de brandermanager heeft de volgende functies: bedrijfsstand weergeven [hfst. 6.2],...
Montage- en bedieningsvoorschrift Oliebrander WL10/2-D 7 Inbedrijfstelling 7 Inbedrijfstelling 7.1 Voorwaarden De inbedrijfstelling mag alleen door gekwalificeerde vakspecialisten uitgevoerd worden. Alleen een correct uitgevoerde inbedrijfstelling garandeert de bedrijfszekerheid. Voor de inbedrijfstelling ervoor zorgen dat: alle montage- en installatiewerkzaamheden correct zijn uitgevoerd, de luchttoevoer voor de verbrandingslucht voldoende is, evt.
Pagina 27
Montage- en bedieningsvoorschrift Oliebrander WL10/2-D 7 Inbedrijfstelling Oliedrukmeters op de oliepomp vacuümmeter voor de zuigweerstand/aanvoerdruk. manometer voor de pompdruk. Olielekkage door continu belaste oliedrukmeters Oliedrukmeters kunnen beschadigd worden waardoor er olie kan lekken en milieuvervuiling kan ontstaan. WAARSCHUWING Oliedrukmeter na de inbedrijfname weer verwijderen.
Montage- en bedieningsvoorschrift Oliebrander WL10/2-D 7 Inbedrijfstelling 7.1.2 Instelwaarden Menginrichting overeenkomstig de vereiste branderbelasting instellen. Daartoe stuwplaatpositie en luchtkleppositie op elkaar afstemmen. Stuwplaatpositie en luchtkleppositie bepalen De brander niet buiten het werkingsgebied gebruiken. Benodigde stuwplaatpositie (maat X) en luchtkleppositie uit diagram bepalen en noteren.
Pagina 29
Montage- en bedieningsvoorschrift Oliebrander WL10/2-D 7 Inbedrijfstelling Stuwplaat instellen Bij maat X = 0 mm is de instelschroef gelijk met het afsluitdeksel. Instelschroef 1 draaien tot maat X overeenkomt met de bepaalde waarde. Luchtklep instellen Instelschroef 1 draaien tot de aanwijzer op de bepaalde waarde staat.
Montage- en bedieningsvoorschrift Oliebrander WL10/2-D 7 Inbedrijfstelling 7.2 Brander inregelen Levensgevaar door elektrische schok Het aanraken van de ontstekingsunit kan een elektrische schok veroorzaken. Ontstekingsmechanisme tijdens ontstekingsperiode niet aanraken. GEVAAR Tijdens de inbedrijfstelling controleren: vlamsignaal [hfst. 7.1.1], zuigweerstand of aanvoerdruk oliepomp [hfst. 5.1], mengdruk [hfst. 7.1.2].
Montage- en bedieningsvoorschrift Oliebrander WL10/2-D 7 Inbedrijfstelling 7.3 Afsluitende werkzaamheden Olielekkage door continu belaste oliedrukmeters Oliedrukmeters kunnen beschadigd worden waardoor er olie kan lekken en milieuvervuiling kan ontstaan. WAARSCHUWING Oliedrukmeter na de inbedrijfname weer verwijderen. Regel- en veiligheidsinrichtingen controleren. Dichtheid van de olievoerende onderdelen controleren.
Montage- en bedieningsvoorschrift Oliebrander WL10/2-D 7 Inbedrijfstelling 7.4 Verbranding controleren Luchtovermaat bepalen Luchtklep(pen) in het overeenkomstige bedrijfspunt langzaam sluiten tot de verbrandingsgrens is bereikt (Roetgetal ca. 1). -gehalte meten en documenteren. Luchtfactor (λ) aflezen. Voor een veilige luchtovermaat de luchtfactor verhogen: met 0,15 …...
De constructief bepaalde levensduur van de componenten staan in het onderhoudsplan vermeld [hfst. 9.2]. Om een regelmatige controle te waarborgen, wordt door Monarch / Weishaupt een onderhoudscontract aanbevolen. Onderstaande onderdelen mogen alleen vervangen worden en dus niet...
Pagina 35
Montage- en bedieningsvoorschrift Oliebrander WL10/2-D 9 Onderhoud Na elk onderhoud Levensgevaar door elektrische schok Het aanraken van de ontstekingsunit kan een elektrische schok veroorzaken. Ontstekingsmechanisme tijdens ontstekingsperiode niet aanraken. GEVAAR Dichtheid van de olievoerende onderdelen controleren. Functionele controle: ontsteking, vlambewaking, oliepomp (pompdruk en zuigweerstand), regel- en veiligheidsinrichtingen.
Montage- en bedieningsvoorschrift Oliebrander WL10/2-D 9 Onderhoud 9.3 Servicepositie Aanwijzingen voor het onderhoud in acht nemen [hfst. 9.1]. Schroeven 1 verwijderen. Evt. de olieslang verwijderen. Als de brander in de servicepositie B is gehaakt: Evt. stekker servomotor loskoppelen. Brander in de gewenste servicepositie hangen.
Montage- en bedieningsvoorschrift Oliebrander WL10/2-D 9 Onderhoud 9.4 Verstuiver vervangen Aanwijzingen voor het onderhoud in acht nemen [hfst. 9.1]. Verstuivers niet reinigen, altijd nieuwe verstuivers gebruiken. De brander in servicepositie A hangen [hfst. 9.3]. Ontstekingskabel 4 ontkoppelen. Schroef 1 losdraaien en stuwplaat verwijderen.
Montage- en bedieningsvoorschrift Oliebrander WL10/2-D 9 Onderhoud 9.5 Ontstekingselektroden instellen Aanwijzingen voor het onderhoud in acht nemen [hfst. 9.1]. De ontstekingselektroden mogen niet in de olienevel van de verstuiver liggen. De brander in servicepositie A hangen [hfst. 9.3]. Afstanden van de ontstekingselektroden controleren.
Montage- en bedieningsvoorschrift Oliebrander WL10/2-D 9 Onderhoud 9.6 Menginrichting demonteren Aanwijzingen voor het onderhoud in acht nemen [hfst. 9.1]. Ontstekingskabel 1 ontkoppelen. Olieleiding 3 verwijderen. Vlamopnemer 4 eruit nemen. Schroeven 2 losdraaien. Menginrichting tot de uitsparing naar links draaien en eruit nemen. 40-76...
Montage- en bedieningsvoorschrift Oliebrander WL10/2-D 9 Onderhoud 9.7 Menginrichting instellen Aanwijzingen voor het onderhoud in acht nemen [hfst. 9.1]. Verstuiverafstand instellen De brander in servicepositie A hangen [hfst. 9.3]. Instelmal positioneren en maat A (3,5 mm) controleren. Als de gemeten waarde van maat A afwijkt: Schroef 1 losdraaien.
Pagina 42
Montage- en bedieningsvoorschrift Oliebrander WL10/2-D 9 Onderhoud Evt. stekker servomotor 5 eruit trekken. De brander in servicepositie A hangen [hfst. 9.3]. Schroeven 1 verwijderen. Luchtaanzuigbehuizing 3 verwijderen. Schroeven 4 verwijderen. Luchtregelaar 2 verwijderen. 42-76 83292544 1/2019-04 La...
Montage- en bedieningsvoorschrift Oliebrander WL10/2-D 9 Onderhoud 9.9 Hoekoverbrenging de- en monteren Aanwijzingen voor het onderhoud in acht nemen [hfst. 9.1]. Demontage Servomotor 3 of de handverstelling 9 verwijderen. Frame 4 verwijderen. Hoekoverbrenging 5 verwijderen. Monteren Luchtaanzuigbehuizing verwijderen [hfst. 9.8]. Luchtklep 6 openen tot positie 7 bereikt is en vasthouden.
Montage- en bedieningsvoorschrift Oliebrander WL10/2-D 9 Onderhoud 9.10 Oliepomp de- en monteren Aanwijzingen voor het onderhoud in acht nemen [hfst. 9.1]. Demontage Brandstofafsluiters sluiten. Stekker 1 los nemen. Olieslang 5 verwijderen. Olieleiding 4 verwijderen. Schroeven 2 losdraaien en de oliepomp eruit trekken.
Montage- en bedieningsvoorschrift Oliebrander WL10/2-D 9 Onderhoud 9.11 Waaier verwijderen en monteren Aanwijzingen voor het onderhoud in acht nemen [hfst. 9.1]. Demontage Branderhuis in de servicepositie B hangen [hfst. 9.3]. Stelschroef 1 verwijderen en waaier eraf trekken. Monteren Waaier in omgekeerde volgorde monteren, daarbij: op de juiste plaatsing op de motoras 2 letten,...
Montage- en bedieningsvoorschrift Oliebrander WL10/2-D 9 Onderhoud 9.12 Brandermotor demonteren Aanwijzingen voor het onderhoud in acht nemen [hfst. 9.1]. Oliepomp demonteren [hfst. 9.10]. Waaier demonteren [hfst. 9.11]. Stekker 1 los nemen. Motor vasthouden en schroeven 2 verwijderen. Motor verwijderen. 46-76 83292544 1/2019-04 La...
Montage- en bedieningsvoorschrift Oliebrander WL10/2-D 9 Onderhoud 9.14 Zekering vervangen Aanwijzingen voor het onderhoud in acht nemen [hfst. 9.1]. Alle stekkers op de brandermanager eruit trekken. Schroeven aan de brandermanager verwijderen. Verwijder de brandermanager. Zekering (T6,3H, IEC 127-2/5) vervangen. 48-76 83292544 1/2019-04 La...
Montage- en bedieningsvoorschrift Oliebrander WL10/2-D 10 Problemen oplossen 10 Problemen oplossen 10.1 Procedure bij storing De brandermanager herkent onregelmatigheden van de brander en geeft deze met de LED-toets weer. De volgende indicaties zijn mogelijk: LED-toets uit [hfst. 10.1.1], LED-toets rood [hfst. 10.1.2], LED-toets knippert [hfst. 10.1.3].
Montage- en bedieningsvoorschrift Oliebrander WL10/2-D 10 Problemen oplossen 10.1.2 LED-toets rood Er is een branderstoring. De brander is vergrendeld. Voor het ontgrendelen, de foutcode aflezen, dit vereenvoudigt het zoeken naar de fout. Foutcode aflezen Eerst 5 seconden na het optreden van een fout wordt de fout geanalyseerd en kan deze afgelezen worden.
Pagina 51
Montage- en bedieningsvoorschrift Oliebrander WL10/2-D 10 Problemen oplossen Foutcode met vergrendeling De volgende fouten mogen alleen door gekwalificeerde specialisten verholpen worden: foutcode fout oorzaak oplossing 2 x knipperen oliepomp levert geen olie olietoevoer niet dicht olietoevoer controleren. antihevelklep opent niet ventiel controleren, evt.
Pagina 52
Montage- en bedieningsvoorschrift Oliebrander WL10/2-D 10 Problemen oplossen De volgende fouten mogen alleen door gekwalificeerde specialisten verholpen worden: foutcode fout oorzaak oplossing 7 x knipperen vlam blaast af olietoevoer niet dicht olietoevoer controleren. zuigweerstand voor de vlamuitval tijdens bedrijf pomp te hoog olieverstuiver vervuild olieverstuiver vervangen.
Montage- en bedieningsvoorschrift Oliebrander WL10/2-D 10 Problemen oplossen 10.1.3 LED-toets knippert Een onregelmatigheid treedt op. De brander is niet vergrendeld. Als de fout verholpen is, verdwijnt de foutcode. Foutcode zonder vergrendeling De volgende fouten mogen alleen door gekwalificeerde specialisten verholpen worden:...
Montage- en bedieningsvoorschrift Oliebrander WL10/2-D 10 Problemen oplossen 10.2 Functionele problemen De volgende fouten mogen alleen door gekwalificeerde specialisten verholpen worden: probleem oorzaak oplossing slecht startgedrag van de mengdruk te hoog mengdruk corrigeren brander ontstekingselektroden foutief ingesteld ontstekingselektroden instellen [hfst. 9.5].
Montage- en bedieningsvoorschrift Oliebrander WL10/2-D 11 Technische documenten 11.2 Aansluitschema Evt. bij speciale uitvoering bijgeleverd aansluitschema in acht nemen. W-FM 05 X3:2 X3:3 X3:12 X3:11 L PE N T1 T2 S3 B4 M1 M L PE N Temperatuur- of drukregelaar...
Montage- en bedieningsvoorschrift Oliebrander WL10/2-D 12 Ontwerp 12 Ontwerp 12.1 Olievoorziening EN 12514-2, en de plaatselijke voorschriften in acht nemen. Algemene aanwijzingen voor de olietoevoer bij stalen tanks geen kathodebeschermingssysteem toepassen. bij olietemperaturen < 5 °C kunnen leidingen, oliefilters en verstuivers door paraffinevorming verstopt raken.
Pagina 59
Olieslangen correct op de aanvoer en retour van de pomp aansluiten. VOORZICHTIG In een eenpijpsysteem moet een automatische ontluchter voor de oliepomp gemonteerd worden. Tweepijpsbedrijf De oliepomp ontlucht bij tweepijpssysteem automatisch. Ringleidingsbedrijf Bij meerdere branders raadt Weishaupt een ringleidingsysteem aan. 59-76 83292544 1/2019-04 La...
Pagina 76
Het warmtepompengamma biedt oplossingen Van schakelkast tot complete sturing van voor het gebruik van warmte uit de lucht, de gebouwbeheertechniek - bij Weishaupt vindt u grond of het grondwater. Sommige systemen het totale spectrum van de moderne MSR-tech- zijn ook geschikt voor de koeling van niek.