Pagina 5
Montage- en bedieningsvoorschrift Oliebrander WL30/1-C Z-1LN-A 1 Aanwijzingen voor de gebruiker 1 Aanwijzingen voor de gebruiker Dit montage- en bedieningsvoorschrift is een vast onderdeel van het toestel en Vertaling van het moet bij de installatie bewaard worden. originele bedieningsvoorschrift Voor de werkzaamheden aan het toestel, het montage- en bedieningsvoorschrift aandachtig lezen.
Pagina 6
Weishaupt onderdelen, overmacht, niet geautoriseerde wijzigingen aan het toestel, montage van extra componenten, die niet samen met het toestel door de...
Pagina 7
Montage- en bedieningsvoorschrift Oliebrander WL30/1-C Z-1LN-A 2 Veiligheid 2 Veiligheid 2.1 Doelmatig gebruik De brander is geschikt voor gebruik op warmtegeneratoren volgens NEN-EN 303 en NEN-EN 267. Als de brander niet in vuurhaarden volgens NEN-EN 303 en NEN-EN 267 toegepast wordt, moet een veiligheidstechnische beoordeling van de verbranding...
Pagina 8
2 Veiligheid 2.3 Constructieve wijzigingen Aanpassingen mogen alleen met schriftelijke toestemming van de firma Max Weishaupt GmbH uitgevoerd worden. alleen aanvullende componenten monteren, welke met het toestel gekeurd zijn. geen inzetstukken in de vuurhaard toepassen, welke het volledig uitbranden van de vlam hinderen.
Pagina 9
Montage- en bedieningsvoorschrift Oliebrander WL30/1-C Z-1LN-A 3 Productbeschrijving 3 Productbeschrijving 3.1 Type code WL30/1-C Z-1LN-A Type Serie: W-brander Brandstof: gasolie (HBO) Bouwgrootte Belastingsgrootte Constructiestand Uitvoering Type regeling: tweetraps Menginrichting: LowNO Versie menginrichting 3.2 Type en serienummer Het type en het serienummer op het typeplaatje identificeren het product zeer nauwkeurig.
Pagina 10
Montage- en bedieningsvoorschrift Oliebrander WL30/1-C Z-1LN-A 3 Productbeschrijving 3.3 Werking 3.3.1 Luchttoevoer Luchtklep De luchtklep regelt de luchthoeveelheid voor de verbranding. De brandermanager stuurt via een servomotor de luchtklep. Bij branderstilstand sluit de luchtklep automatisch. Daardoor wordt het afkoelen van de warmtegenerator gereduceerd.
Pagina 11
Montage- en bedieningsvoorschrift Oliebrander WL30/1-C Z-1LN-A 3 Productbeschrijving 3.3.2 Olietoevoer Oliepomp De pomp zuigt de olie via de toevoerleiding aan en voert deze onder druk naar de olieverstuiver. Daarbij houdt het drukregelventiel de oliedruk constant. Magneetventielen De magneetventielen openen en sluiten de olietoevoer.
Pagina 12
Montage- en bedieningsvoorschrift Oliebrander WL30/1-C Z-1LN-A 3 Productbeschrijving 3.3.3 Elektrische componenten Brandermanager De brandermanager W-FM is de besturingseenheid van de brander. Deze stuurt het functieverloop en controleert de vlam. Bedieningspaneel Via het bedieningspaneel kunnen waarden en parameters van de brandermanager worden weergegeven en gewijzigd.
Pagina 13
Montage- en bedieningsvoorschrift Oliebrander WL30/1-C Z-1LN-A 3 Productbeschrijving W-FM 25 T1 T2 P11P13 1234 Vlamopnemer Bedrijfspunt P0 (ontstekingspositie) Temperatuur- of drukregelaar Bedrijfspunt P1 (trap 1) Temperatuur of drukregelaar trap 2 Bedrijfspunt P2 (magneetventiel trap 2) Temperatuur- of drukbegrenzer Bedrijfspunt P9 (trap 2) Magneetventiel trap 1...
Pagina 14
Montage- en bedieningsvoorschrift Oliebrander WL30/1-C Z-1LN-A 3 Productbeschrijving 3.3.5 In- en uitgangen Bijgevoegd stroomkringschema in acht nemen. TWI-interface (VisionBox, accessoire) -sonde (accessoire) Toerentalsensor (Namur) Frequentieregelaar Bedieningspaneel Servomotor luchtklep Codeerstekker (zwart) Sleuf voor analoge module EM3/3 of veldbusmodule EM3/2 Afdekkapje W-FM...
Pagina 15
80 %, geen condensatie opstellingshoogte max 2000 m met geschikte gasolie en uitvoering van de olietoevoer. voor een hogere opstellingshoogte is overleg met Monarch/Weishaupt vereist. 3.4.4 Brandstoffen gasolie volgens DIN 51603-1 gasolie A bio 10 volgens DIN 51603-6 gasolie volgens ÖNORM-C1109 (Oostenrijk)
Pagina 16
Montage- en bedieningsvoorschrift Oliebrander WL30/1-C Z-1LN-A 3 Productbeschrijving 3.4.5 Emissies Rookgassen De brander voldoet aan de eisen van de emissieklasse volgens de EN 2673. De NO -waarden worden beïnvloed door: vuurhaardafmetingen, rookgasafvoer, brandstof, verbrandingslucht (temperatuur en vochtigheid), mediumtemperatuur. De min. benodigde vuurhaardafmetingen voor de NO -berekening kunnen op aanvraag verkregen worden.
Pagina 17
Montage- en bedieningsvoorschrift Oliebrander WL30/1-C Z-1LN-A 3 Productbeschrijving 3.4.6 Belasting Branderbelasting branderbelasting 72 … 300 kW 6,1 … 25,2 kg/h de aangegeven oliehoeveelheid is gebaseerd op een stookwaarde van 11,9 kWh/kg bij gasolie. Werkingsgebied Werkingsgebied volgens EN 267. De belastingsgegevens zijn gebaseerd op een opstellingshoogte van 500 m boven N.A.P.
Pagina 18
Montage- en bedieningsvoorschrift Oliebrander WL30/1-C Z-1LN-A 3 Productbeschrijving 3.4.7 Afmetingen Brander 62 mm 420 mm 480 mm 620 mm 1 167 mm zonder vlamkopverlenging 267 mm bij vlamkopverlenging (100 mm) 367 mm bij vlamkopverlenging (200 mm) 3.4.8 Gewicht ca. 28 kg...
Pagina 19
Montage- en bedieningsvoorschrift Oliebrander WL30/1-C Z-1LN-A 4 Montage 4 Montage 4.1 Montagevoorschriften Brandertype en werkingsgebied Brander en warmtegenerator moeten op elkaar afgestemd zijn. Brandertype en branderbelasting controleren. Opstellingsruimte Voor de montage ervoor zorgen dat: de ruimte voor de normale positie en servicepositie volstaat [hfst. 3.4.7], de luchttoevoer voor de verbrandingslucht voldoende is, evt.
Pagina 20
Montage- en bedieningsvoorschrift Oliebrander WL30/1-C Z-1LN-A 4 Montage 4.2 Verstuiver selecteren Verstuivergrootte bepalen. Belastingsopdeling De Belastingsopdeling van de brander volgt via een drukomschakeling op de oliepomp. Normaal gesproken verbruikt trap 1 ca. 65% van de maximale oliehoeveelheid (een andere verdeling kan noodzakelijk zijn).
Pagina 21
Montage- en bedieningsvoorschrift Oliebrander WL30/1-C Z-1LN-A 4 Montage Keuzetabel verstuivers Vanwege toleranties zijn afwijkende belastingswaarden mogelijk. trap 1 branderbelasting [kW] bij pompdruk verstuivergrootte 9 bar 10 bar 11 bar 12 bar [gph] 1,65 1,75 2,00 2,25 2,50 2,75 3,00 3,50...
Pagina 22
Montage- en bedieningsvoorschrift Oliebrander WL30/1-C Z-1LN-A 4 Montage 4.3 Brander monteren Arbo- en veiligheidsvoorschriften voor het tillen en dragen van materialen in acht nemen [hfst. 3.4.8]. Schroeven 1 verwijderen. Ingeschroefde pen 4 verwijderen. Branderflens 3 van het branderhuis verwijderen. Bij plaatsgebrek kan de brander 180° gedraaid gemonteerd worden. Hierbij is een ombouw noodzakelijk [hfst. 4.3.1].
Pagina 23
Montage- en bedieningsvoorschrift Oliebrander WL30/1-C Z-1LN-A 4 Montage 4.3.1 Brander 180° draaien (optioneel) Bedieningspaneel 1 op tegenoverliggende behuizingszijde monteren. Bevestigingshoek 3 op de tegenoverliggende behuizingszijde monteren. Drukslangen 6 losdraaien. Menginrichting 4 demonteren [hfst. 9.7]. Ontstekingskabels 5 incl. tulen verwijderen en door de tegenoverliggende kabeldoorvoer door het deksel voeren.
Pagina 24
Montage- en bedieningsvoorschrift Oliebrander WL30/1-C Z-1LN-A 5 Installatie 5 Installatie 5.1 Olievoorziening NEN-EN 12514-2, NEN-EN 267 en de plaatselijk geldende voorschriften in acht nemen. Voorwaarden voor oliepompen controleren zuigweerstand max 0,4 bar aanvoerdruk max 2 bar aanvoertemperatuur max 60 °C op de pomp gemeten.
Pagina 25
Montage- en bedieningsvoorschrift Oliebrander WL30/1-C Z-1LN-A 5 Installatie Olietoevoer aansluiten, daarbij: olieslangen niet torderen, mechanische spanning vermijden, noodzakelijke slanglengte voor het zwenkbereik in acht nemen, olieslangen niet knikken (buigradius 1 niet kleiner dan 75 mm). Als een aansluiting onder deze voorwaarden niet mogelijk is: Olievoorziening installatiezijdig aanpassen.
Pagina 26
Montage- en bedieningsvoorschrift Oliebrander WL30/1-C Z-1LN-A 5 Installatie 5.2 Elektrische aansluiting Levensgevaar door elektrische schok Werkzaamheden onder spanning kan tot elektrische schokken leiden. Voor aanvang van de werkzaamheden de voedingsspanning afschakelen. GEVAAR Tegen onverwachts opnieuw inschakelen beveiligen. Elektrische schok door frequentieregelaar Na afschakelen van de voedingsspanning kunnen onderdelen nog spanning voerend zijn en tot elektrische schokken leiden.
Pagina 27
Montage- en bedieningsvoorschrift Oliebrander WL30/1-C Z-1LN-A 5 Installatie Aparte kabel voor de brandermotor (niet bij toerenregeling) Bijgevoegd stroomkringschema in acht nemen. Kabel voor de brandermotor op aansluitstekker 1 van het motorrelais erin steken. Externe zekering van de separate voeding: min 10 AT...
Pagina 28
Montage- en bedieningsvoorschrift Oliebrander WL30/1-C Z-1LN-A 6 Bediening 6 Bediening 6.1 Bedieningspaneel [–] waarden wijzigen. [L/A] lucht servomotor luchtklep kiezen [Enter] brander ontgrendelen; informatie opvragen ca. 0,5 seconden indrukken: infomenu ca. 2 seconden indrukken: servicemenu 2 en4 [+] en [Enter] ca.
Pagina 29
Montage- en bedieningsvoorschrift Oliebrander WL30/1-C Z-1LN-A 6 Bediening Bedrijfsstatus De exacte bedrijfsstatus van de brandermanager kan ook worden weergegeven. Hierdoor kunnen bij het zoeken naar de fout, de mogelijke oorzaken beperkt worden [hfst. 11.1]. Toets [–] en [+] gelijktijdig ca. 3 seconden ingedrukt houden.
Pagina 30
Montage- en bedieningsvoorschrift Oliebrander WL30/1-C Z-1LN-A 6 Bediening 6.2 Weergave Het display geeft de huidige bedrijfsomstandigheden en bedrijfsgegevens weer. 1 Instelmenu geactiveerd 2 Startfase actief 3 Infomenu geactiveerd 4 Servomotor loopt DICHT 5 Servomotor loopt OPEN 6 Brander in bedrijf...
Pagina 31
Montage- en bedieningsvoorschrift Oliebrander WL30/1-C Z-1LN-A 6 Bediening 6.2.1 Infomenu In het infomenu kunnen brandergegevens opgevraagd worden. [Enter]-toets ca. 0,5 seconden ingedrukt houden. Het infomenu is geactiveerd. [Enter]-toets indrukken om naar de volgende informatie te gaan. l,m³ informatie totale olieverbruik in liters (via X3:8) Waarde resetten: Toets [L/A] en [+] gelijktijdig ca.
Pagina 32
Montage- en bedieningsvoorschrift Oliebrander WL30/1-C Z-1LN-A 6 Bediening 6.2.2 Servicemenu Het servicemenu informeert over: servomotorpositie van de afzonderlijke bedrijfspunten, laatst opgetreden fout, vlamsignaal tijdens branderbedrijf. [Enter]-toets ca. 2 seconden ingedrukt houden. Het servicemenu is geactiveerd. [Enter]-toets indrukken om naar de volgende informatie te gaan.
Pagina 33
Montage- en bedieningsvoorschrift Oliebrander WL30/1-C Z-1LN-A 6 Bediening 6.2.3 Parametermenu Het parametermenu kan alleen in stand-by (OFF) opgeroepen worden. Toets [+] en [Enter] gelijktijdig ca. 2 seconden indrukken. Het parametermenu is geactiveerd. Toets [+] indrukken. Op de [Enter]-toets drukken om naar de volgende parameter te gaan.
Pagina 34
Montage- en bedieningsvoorschrift Oliebrander WL30/1-C Z-1LN-A 6 Bediening Pnr. parameter instelbereik fabrieks- instelling weergavemodus 0: E-parameter in het toegangsmenu niet actief 1: E-parameter in het toegangsmenu actief de instellingen 2 en 3 zijn nodig voor de O -regeling, zie aanvullend blad "O -regeling W- branders"...
Pagina 35
Montage- en bedieningsvoorschrift Oliebrander WL30/1-C Z-1LN-A 6 Bediening 6.2.4 Toegangsmenu In het toegangsmenu kan de configuratie afhankelijk van het brandertype en/of de uitvoering aangepast worden. In het parametermenu moet de weergavemodus op 1 geparametreerd zijn, zodat de parameters E0 … E4 toegankelijk zijn.
Pagina 36
Montage- en bedieningsvoorschrift Oliebrander WL30/1-C Z-1LN-A 7 Inbedrijfstelling 7 Inbedrijfstelling 7.1 Voorwaarden De inbedrijfstelling mag alleen door gekwalificeerde vakspecialisten uitgevoerd worden. Alleen een correct uitgevoerde inbedrijfstelling garandeert de bedrijfszekerheid. De brander niet buiten het werkingsgebied gebruiken [hfst. 3.4.6]. Voor de inbedrijfstelling ervoor zorgen dat: alle montage- en installatiewerkzaamheden correct zijn uitgevoerd, de luchttoevoer voor de verbrandingslucht voldoende is, evt.
Pagina 37
Montage- en bedieningsvoorschrift Oliebrander WL30/1-C Z-1LN-A 7 Inbedrijfstelling 7.1.1 Meetinstrumenten aansluiten Drukmeter voor mengdruk Meetpunt voor de mengdruk 1 openen en drukmeter aansluiten. Oliedrukmeters op de oliepomp vacuümmeter voor de zuigweerstand/aanvoerdruk. manometer voor de pompdruk. Olielekkage door continu belaste oliedrukmeters Oliedrukmeters kunnen beschadigd worden waardoor er olie kan lekken en milieuvervuiling kan ontstaan.
Pagina 38
Montage- en bedieningsvoorschrift Oliebrander WL30/1-C Z-1LN-A 7 Inbedrijfstelling Multimeter voor opnemerstroom (alleen bij continubedrijf) Stekkerkoppeling op de vlambewaker LFS1 loskoppelen. Stroommeter 1 in serie schakelen. Vlamsignaal vlambewaker LFS1/RAR9 vreemdlichtherkenning vanaf 6,5 μA laagstmogelijk vlamsignaal 12 μA 38-112 83325844 1/2022-01 La...
Pagina 39
Montage- en bedieningsvoorschrift Oliebrander WL30/1-C Z-1LN-A 7 Inbedrijfstelling 7.1.2 Min. oliedrukschakelaar instellen (optioneel) Afhankelijk van de brandertoepassing is deze optionele technische uitrusting noodzakelijk [hfst. 12.3]. Afsluitdop verwijderen. Min. oliedrukschakelaar via instelschroef op 8 bar instellen. Afsluitdop er weer opdraaien. 39-112 83325844 1/2022-01 La...
Pagina 40
Montage- en bedieningsvoorschrift Oliebrander WL30/1-C Z-1LN-A 7 Inbedrijfstelling 7.1.3 Instelwaarden Menginrichting overeenkomstig de vereiste branderbelasting instellen. Daartoe stuwplaatpositie en luchtkleppositie op elkaar afstemmen. Stuwplaatpositie en luchtkleppositie bepalen De brander niet buiten het werkingsgebied gebruiken [hfst. 3.4.6]. Benodigde stuwplaatpositie (maat X) en luchtkleppositie uit diagram bepalen en noteren.
Pagina 41
Montage- en bedieningsvoorschrift Oliebrander WL30/1-C Z-1LN-A 7 Inbedrijfstelling Voorinstelwaarden luchtklep 1 Branderbelasting [kW] 3 Trap 1 2 Luchtkleppositie [°] 4 Trap 2 Stuwplaat instellen Bij maat X = 0 mm is de instelschroef gelijk met het afsluitdeksel. Instelschroef 1 draaien tot maat X overeenkomt met de bepaalde waarde.
Pagina 42
Montage- en bedieningsvoorschrift Oliebrander WL30/1-C Z-1LN-A 7 Inbedrijfstelling 7.2 Brander inregelen 7.2.1 Brander zonder toerenregeling Levensgevaar door elektrische schok Het aanraken van de ontstekingsunit kan een elektrische schok veroorzaken. Ontstekingsmechanisme tijdens ontstekingsperiode niet aanraken. GEVAAR Tijdens de inbedrijfstelling controleren: zuigweerstand of aanvoerdruk oliepomp [hfst. 5.1], mengdruk [hfst. 7.1.1].
Pagina 43
Montage- en bedieningsvoorschrift Oliebrander WL30/1-C Z-1LN-A 7 Inbedrijfstelling P1 voorinstellen Toets [+] indrukken. Fabrieksinstelling bedrijfspunt P1 (trap 1) verschijnt. Toets [L/A] ingedrukt houden en met toets [–] of [+] de bepaalde luchtkleppositie instellen [hfst. 7.1.3]. P0 voorinstellen Toets [+] indrukken. Fabrieksinstelling bedrijfspunt P0 (ontstekingspositie) verschijnt. Toets [L/A] ingedrukt houden en met toets [–] of [+] dezelfde waarde als P1 instellen.
Pagina 44
Montage- en bedieningsvoorschrift Oliebrander WL30/1-C Z-1LN-A 7 Inbedrijfstelling 2. Bedrijfspunten inregelen Olieafsluiters openen. Als er tijdens het inregelen een regelafschakeling of storing plaatsvindt: Toets [G] en [L/A] gelijktijdig kort indrukken. Toets [+] indrukken. De brandermanager komt in het instelmenu. Brugstekker nr. 7 in de brandermanager steken.
Pagina 45
Montage- en bedieningsvoorschrift Oliebrander WL30/1-C Z-1LN-A 7 Inbedrijfstelling Pompdruk voor trap 2 instellen De pompdruk moet overeenkomstig de verstuiverkeuze ingesteld worden [hfst. 4.2]. Pompdruk op de manometer controleren. Druk via drukregelschroef 1 instellen: druk verhogen = naar rechts draaien, druk verlagen = naar links draaien.
Pagina 46
Montage- en bedieningsvoorschrift Oliebrander WL30/1-C Z-1LN-A 7 Inbedrijfstelling P0 inregelen Toets [-] indrukken. De brander loopt naar bedrijfspunt P0 (ontstekingspositie). Toets [L/A] ingedrukt houden en met toets [–] of [+] P0 op dezelfde waarde als P1 instellen. Mengdruk controleren. De mengdruk in de ontstekingspositie moet tussen 3,0 … 5,0 mbar liggen.
Pagina 47
Montage- en bedieningsvoorschrift Oliebrander WL30/1-C Z-1LN-A 7 Inbedrijfstelling P2 en P3 inregelen Toets [+] indrukken. Uitschakelpunt trap 2 bij dichtlopen (P2) verschijnt. Uitschakelpunt trap 2 bij dichtlopen (P2) op ca. 1/3 van de loopweg tussen P1 en P9 instellen. Formule P2 = (P9 - P1) 0,33 + P1 Toets [L/A] ingedrukt houden en met toets [–] of [+] P2 instellen.
Pagina 48
Montage- en bedieningsvoorschrift Oliebrander WL30/1-C Z-1LN-A 7 Inbedrijfstelling 7.2.2 Brander met toerenregeling (optioneel) Levensgevaar door elektrische schok Het aanraken van de ontstekingsunit kan een elektrische schok veroorzaken. Ontstekingsmechanisme tijdens ontstekingsperiode niet aanraken. GEVAAR Tijdens de inbedrijfstelling controleren: zuigweerstand of aanvoerdruk oliepomp [hfst. 5.1], mengdruk [hfst. 7.1.1].
Pagina 49
Montage- en bedieningsvoorschrift Oliebrander WL30/1-C Z-1LN-A 7 Inbedrijfstelling P1 voorinstellen Toets [+] indrukken. Fabrieksinstelling bedrijfspunt P1 (trap 1) verschijnt. Toets [L/A] ingedrukt houden en met toets [–] of [+] de bepaalde luchtkleppositie instellen [hfst. 7.1.3]. Toets [Enter] en [L/A] gelijktijdig indrukken. Fabrieksinstelling ventilatortoerental (100 %) verschijnt. P0 voorinstellen Toets [+] indrukken.
Pagina 50
Montage- en bedieningsvoorschrift Oliebrander WL30/1-C Z-1LN-A 7 Inbedrijfstelling P2 en P3 voorinstellen Toets [+] indrukken. Fabrieksinstelling bedrijfspunt P2 (uitschakelpunt trap 2 bij dichtlopen) verschijnt. Toets [L/A] ingedrukt houden en met toets [–] of [+] P2 ca. 3 ... 8° hoger dan P1 instellen. Toets [Enter] en [L/A] gelijktijdig indrukken.
Pagina 51
Montage- en bedieningsvoorschrift Oliebrander WL30/1-C Z-1LN-A 7 Inbedrijfstelling 2. Bedrijfspunten inregelen Olieafsluiters openen. Als er tijdens het inregelen een regelafschakeling of storing plaatsvindt: Toets [G] en [L/A] gelijktijdig kort indrukken. Toets [+] indrukken. De brandermanager komt in het instelmenu. Brugstekker nr. 7 in de brandermanager steken.
Pagina 52
Montage- en bedieningsvoorschrift Oliebrander WL30/1-C Z-1LN-A 7 Inbedrijfstelling Pompdruk voor trap 1 instellen De pompdruk moet overeenkomstig de verstuiverkeuze ingesteld worden [hfst. 4.2]. Pompdruk op de manometer controleren. Druk via drukregelschroef 1 instellen: druk verhogen = naar rechts draaien, druk verlagen = naar links draaien.
Pagina 53
Montage- en bedieningsvoorschrift Oliebrander WL30/1-C Z-1LN-A 7 Inbedrijfstelling P9 inregelen Toerental in vollast zo laag mogelijk instellen, maar niet lager dan 80 %. Daarbij: - op de vlamstabiliteit letten, - niet onder de vereiste mengdruk komen [hfst. 7.1.3]. Verbrandingswaarden controleren. Verbrandingsgrens bepalen [hfst. 7.5].
Pagina 54
Montage- en bedieningsvoorschrift Oliebrander WL30/1-C Z-1LN-A 7 Inbedrijfstelling P0 inregelen Het ontstekingstoerental moet 100 % bedragen. Toets [-] indrukken. De brander loopt naar bedrijfspunt P0 (ontstekingspositie). Mengdruk controleren. De mengdruk in de ontstekingspositie moet tussen 3,0 … 5,0 mbar liggen. Mengdruk evt. via luchtkleppositie [L/A] aanpassen.
Pagina 55
Montage- en bedieningsvoorschrift Oliebrander WL30/1-C Z-1LN-A 7 Inbedrijfstelling P2 en P3 inregelen Bij het uit- en inschakelpunt trap 2 wordt een toerental van 100 % of trap 2 aanbevolen Toets [+] indrukken. Uitschakelpunt trap 2 bij dichtlopen (P2) verschijnt. Uitschakelpunt trap 2 bij dichtlopen (P2) op ca. 1/3 van de loopweg tussen P1 en P9 instellen.
Pagina 56
Montage- en bedieningsvoorschrift Oliebrander WL30/1-C Z-1LN-A 7 Inbedrijfstelling 3. Startgedrag, in- en uitschakelpunt controleren Brander uitschakelen en opnieuw starten. Startgedrag controleren In- en uitschakelpunt trap 2 controleren: luchtovermaat (CO-gehalte) tijdens het omschakelen mag niet te groot zijn, vlam mag niet worden afgeblazen.
Pagina 57
Montage- en bedieningsvoorschrift Oliebrander WL30/1-C Z-1LN-A 7 Inbedrijfstelling 7.3 Luchtdrukschakelaar instellen (optioneel) Afhankelijk van de brandertoepassing is deze optionele technische uitrusting noodzakelijk [hfst. 12.3]. Het schakelpunt moet bij de inbedrijfstelling getest en evt. aangepast worden. Drukmeter voor de verschildrukmeting aansluiten. Brander starten.
Pagina 58
Montage- en bedieningsvoorschrift Oliebrander WL30/1-C Z-1LN-A 7 Inbedrijfstelling 7.4 Afsluitende werkzaamheden Olielekkage door continu belaste oliedrukmeters Oliedrukmeters kunnen beschadigd worden waardoor er olie kan lekken en milieuvervuiling kan ontstaan. OPMERKING Oliedrukmeter na de inbedrijfname weer verwijderen. Regel- en veiligheidsinrichtingen controleren.
Pagina 59
Montage- en bedieningsvoorschrift Oliebrander WL30/1-C Z-1LN-A 7 Inbedrijfstelling 7.5 Verbranding controleren Luchtovermaat bepalen Luchtklep(pen) in het overeenkomstige bedrijfspunt langzaam sluiten tot de verbrandingsgrens bereikt wordt (Roetgetal ca. 1). -gehalte meten en documenteren. Luchtfactor (λ) aflezen. Voor een veilige luchtovermaat de luchtfactor verhogen: met 0,15 …...
Pagina 60
Montage- en bedieningsvoorschrift Oliebrander WL30/1-C Z-1LN-A 7 Inbedrijfstelling 7.6 Achteraf de bedrijfspunten optimaliseren Indien nodig kunnen de verbrandingswaarden achteraf gecorrigeerd worden. Brugstekker nr. 7 op de brandermanager eruit trekken. Brandermanager komt in stand-by. [-] en [+] gelijktijdig kort indrukken. Brandermanager gaat over naar het toegangsmenu.
Pagina 61
Montage- en bedieningsvoorschrift Oliebrander WL30/1-C Z-1LN-A 8 Buitenbedrijfstelling 8 Buitenbedrijfstelling Bij bedrijfsonderbreking: Brander uitschakelen. Brandstofafsluiters sluiten. 61-112 83325844 1/2022-01 La...
Pagina 62
De constructief bepaalde levensduur van de componenten staan in het onderhoudsplan vermeld [hfst. 9.2]. Om een regelmatige controle te waarborgen, wordt door Monarch / Weishaupt een onderhoudscontract aanbevolen. Onderstaande onderdelen mogen alleen vervangen worden en dus niet...
Pagina 63
Montage- en bedieningsvoorschrift Oliebrander WL30/1-C Z-1LN-A 9 Onderhoud Na elk onderhoud Levensgevaar door elektrische schok Het aanraken van de ontstekingsunit kan een elektrische schok veroorzaken. Ontstekingsmechanisme tijdens ontstekingsperiode niet aanraken. GEVAAR Dichtheid van de olievoerende onderdelen controleren. Functionele controle: ontsteking,...
Pagina 65
Montage- en bedieningsvoorschrift Oliebrander WL30/1-C Z-1LN-A 9 Onderhoud 9.3 Brander openzwenken. Aanwijzingen voor het onderhoud in acht nemen [hfst. 9.1]. Zonder verlengde vlamkop Schroeven 1 verwijderen. Brander openzwenken. Met verlengde vlamkop Menginrichting demonteren [hfst. 9.7]. Schroeven 1 verwijderen. Brander openzwenken. 65-112 83325844 1/2022-01 La...
Pagina 66
Montage- en bedieningsvoorschrift Oliebrander WL30/1-C Z-1LN-A 9 Onderhoud 9.4 Verstuiver vervangen Aanwijzingen voor het onderhoud in acht nemen [hfst. 9.1]. Verstuivers niet reinigen, altijd nieuwe verstuivers gebruiken. Brander openzwenken [hfst. 9.3]. Ontstekingskabel 4 ontkoppelen. Schroef 1 losdraaien en stuwplaat verwijderen. Schroef 5 losdraaien en houder ontstekingselektroden verwijderen.
Pagina 67
Montage- en bedieningsvoorschrift Oliebrander WL30/1-C Z-1LN-A 9 Onderhoud 9.5 Verstuiverafsluiter de- en monteren Aanwijzingen voor het onderhoud in acht nemen [hfst. 9.1]. Demontage Verstuiver verwijderen [hfst. 9.4]. Op de verstuiverstang 4 met steeksleutel tegenhouden en verstuiverhouder 1 verwijderen. Ventielplunjer 2 en drukveer 3 met geschikt gereedschap (bijv. tang) eruit nemen, daarbij ventielplunjer en O-ring niet beschadigen.
Pagina 68
Montage- en bedieningsvoorschrift Oliebrander WL30/1-C Z-1LN-A 9 Onderhoud 9.7 Menginrichting demonteren Aanwijzingen voor het onderhoud in acht nemen [hfst. 9.1]. Vlamopnemer QRB4 4 of vlamopnemer RAR9 (optioneel) eruit nemen. Ontstekingskabel 1 loskoppelen. Drukslangen 3 verwijderen. Schroeven 2 losdraaien. Menginrichting tot de uitsparing naar links draaien en eruit nemen.
Pagina 69
Montage- en bedieningsvoorschrift Oliebrander WL30/1-C Z-1LN-A 9 Onderhoud 9.8 Menginrichting instellen Aanwijzingen voor het onderhoud in acht nemen [hfst. 9.1]. Verstuiverafstand instellen Brander openzwenken [hfst. 9.3]. Instelmal positioneren en maat A (4 … 5 mm) controleren. Als de gemeten waarde van maat A afwijkt: Schroef 1 losdraaien.
Pagina 70
Montage- en bedieningsvoorschrift Oliebrander WL30/1-C Z-1LN-A 9 Onderhoud 9.9 Servicepositie Aanwijzingen voor het onderhoud in acht nemen [hfst. 9.1]. Menginrichting demonteren [hfst. 9.7]. Stekker 4 van de ontstekingsunit loskoppelen. Afdekkapje 2 eraf nemen en stekkers verwijderen. Beugel 3 voor de olieslangen verwijderen. Deksel behuizing vasthouden en schroeven 1 verwijderen.
Pagina 71
Montage- en bedieningsvoorschrift Oliebrander WL30/1-C Z-1LN-A 9 Onderhoud 9.10 Oliepomp de- en monteren Aanwijzingen voor het onderhoud in acht nemen [hfst. 9.1]. Demontage Brandstofafsluiters sluiten. Stekker 1 los nemen. Olieslangen 5 en drukslangen 4 verwijderen. Schroeven 2 losdraaien en de oliepomp eruit trekken.
Pagina 72
Montage- en bedieningsvoorschrift Oliebrander WL30/1-C Z-1LN-A 9 Onderhoud 9.11 Waaier verwijderen en monteren Aanwijzingen voor het onderhoud in acht nemen [hfst. 9.1]. Demontage Deksel behuizing in servicepositie hangen [hfst. 9.9]. Stelschroef 1 verwijderen en waaier eraf trekken. Monteren Waaier in omgekeerde volgorde monteren, daarbij: op de juiste plaatsing de schijfveer 2 letten,...
Pagina 73
Montage- en bedieningsvoorschrift Oliebrander WL30/1-C Z-1LN-A 9 Onderhoud 9.13 Filter oliepomp de- en monteren Aanwijzingen voor het onderhoud in acht nemen [hfst. 9.1]. Demontage Brandstofafsluiters sluiten. Schroeven 1 verwijderen. Pompdeksel verwijderen. Filter 3 en pakking 2 vervangen. Monteren Filter in omgekeerde volgorde monteren, daarbij op schone afdichtvlakken letten.
Pagina 74
Montage- en bedieningsvoorschrift Oliebrander WL30/1-C Z-1LN-A 9 Onderhoud 9.14 Servomotor luchtklep de- en monteren Aanwijzingen voor het onderhoud in acht nemen [hfst. 9.1]. Demontage Stekker servomotor 4 op de brandermanager loskoppelen. Schroeven 5 verwijderen. Servomotor met bevestigingsplaat 3 en as 2 eraf trekken. Monteren Schade aan de servomotor door het bewegen van de as Servomotor kan beschadigd worden.
Pagina 75
Montage- en bedieningsvoorschrift Oliebrander WL30/1-C Z-1LN-A 9 Onderhoud 9.15 Hoekoverbrenging de- en monteren Aanwijzingen voor het onderhoud in acht nemen [hfst. 9.1]. Demontage Servomotor luchtklep demonteren [hfst. 9.14]. Schroeven 2 verwijderen. Hoekoverbrenging eraf nemen. Monteren As 1 tot de aanslag (luchtklep Open) draaien en houden.
Pagina 76
Montage- en bedieningsvoorschrift Oliebrander WL30/1-C Z-1LN-A 9 Onderhoud 9.16 Brandermanager vervangen. Aanwijzingen voor het onderhoud in acht nemen [hfst. 9.1]. Alle stekkers loskoppelen. Schroeven 1 losdraaien. Brandermanager naar boven schuiven en vervangen. Alle stekkers er weer insteken. Brandermanager voorinstellen Brugstekker Nr. 7 op de brandermanager eruit trekken.
Pagina 77
Montage- en bedieningsvoorschrift Oliebrander WL30/1-C Z-1LN-A 9 Onderhoud [+] indrukken. Instelmenu (parameter E0) verschijnt. Waarde 0 (brander met één brandstof) overnemen, evt. met toets [Enter] en [–] instellen. [+] indrukken. E1 verschijnt. De waarde van parameter E1 kan niet veranderd worden.
Pagina 78
Montage- en bedieningsvoorschrift Oliebrander WL30/1-C Z-1LN-A 9 Onderhoud Waarde 0 (geen vertraging van de ontsteking instellen, evt. met [Enter]-toets en [-] instellen. [+] indrukken. De brandermanager gaat over naar het instelmenu van de hoekpunten. Bedrijfspunten van de sticker 1 aflezen. Brander met deze bedrijfspunten voorinstellen en inregelen [hfst. 7.2].
Pagina 79
Montage- en bedieningsvoorschrift Oliebrander WL30/1-C Z-1LN-A 9 Onderhoud 9.17 Zekering vervangen Aanwijzingen voor het onderhoud in acht nemen [hfst. 9.1]. Aansluitstekkers op de brandermanager losnemen. Zekering (T6,3H, IEC 127-2/5) vervangen. 1 Reserve zekering 9.18 Vlamopnemer RAR9 instellen (optioneel) Alleen in combinatie met continubedrijf..
Pagina 80
Montage- en bedieningsvoorschrift Oliebrander WL30/1-C Z-1LN-A 10 Problemen oplossen 10 Problemen oplossen 10.1 Procedure bij storing De brandermanager herkent onregelmatigheden van de brander en geeft deze op het display weer. De volgende indicaties zijn mogelijk: geen weergave [hfst. 10.1.1], weergave OFF [hfst. 10.1.2], weergave knippert [hfst. 10.1.3].
Pagina 81
Montage- en bedieningsvoorschrift Oliebrander WL30/1-C Z-1LN-A 10 Problemen oplossen 10.1.3 Weergave knippert Er is een branderstoring. De brander is vergrendeld. De foutcode wordt knipperend weergegeven. Foutcode aflezen, bijv. A7h. Fout verhelpen [hfst. 10.2]. Ontgrendelen Schade door ondeskundig uitgevoerde storingsoplossing Een ondoelmatige storingsoplossing kan tot materiële schade of zware lichamelijke verwondingen leiden.
Pagina 82
Montage- en bedieningsvoorschrift Oliebrander WL30/1-C Z-1LN-A 10 Problemen oplossen 10.1.4 Gedetailleerde foutcode Aanvullende informatie met details over de fout, kan door één druk op de toets worden weergegeven. De 1. gedetailleerde foutcode en 2. gedetailleerde foutcode zijn alleen relevant bij de volgende fouten...
Pagina 83
Montage- en bedieningsvoorschrift Oliebrander WL30/1-C Z-1LN-A 10 Problemen oplossen 10.2 Fout oplossen De volgende fouten mogen alleen door gekwalificeerde specialisten verholpen worden: foutcode oorzaak oplossing 01h … 02h interne apparaatfout voedingsspanning kort onderbreken. brander ontgrendelen, bij herhaaldelijk optreden 05h … 0bh de brandermanager vervangen [hfst. 9.16].
Pagina 84
Montage- en bedieningsvoorschrift Oliebrander WL30/1-C Z-1LN-A 10 Problemen oplossen De volgende fouten mogen alleen door gekwalificeerde specialisten verholpen worden: foutcode oorzaak oplossing uitschakeling via pc-software – 2. gedetailleerde foutcode: A1h busadres controleren. ongeldig busadres 2. gedetailleerde foutcode: A5h configuratie uitgang B4 controleren.
Pagina 85
Montage- en bedieningsvoorschrift Oliebrander WL30/1-C Z-1LN-A 10 Problemen oplossen De volgende fouten mogen alleen door gekwalificeerde specialisten verholpen worden: foutcode oorzaak oplossing type servomotor lucht ongeldig parameter 34 controleren (alleen mogelijk met VisionBox). tolerantiefout servomotor luchtklep en/of hoekoverbrenging op vrije beweging controleren.
Pagina 86
Montage- en bedieningsvoorschrift Oliebrander WL30/1-C Z-1LN-A 10 Problemen oplossen De volgende fouten mogen alleen door gekwalificeerde specialisten verholpen worden: foutcode oorzaak oplossing vlamuitval tijdens stabiliseringstijd zie A7h schakelcontact luchtdrukschakelaar niet in luchtdrukinvloeden controleren. ruststandpositie instelling luchtdrukschakelaar controleren. luchtdrukschakelaar en bedrading controleren, evt.
Pagina 87
Montage- en bedieningsvoorschrift Oliebrander WL30/1-C Z-1LN-A 10 Problemen oplossen 10.3 Functionele problemen De volgende fouten mogen alleen door gekwalificeerde specialisten verholpen worden: probleem oorzaak oplossing slecht startgedrag van de mengdruk te hoog mengdruk in de ontstekingsbelasting brander corrigeren, evt. P0 afwijkend van P1 instellen.
Pagina 88
Montage- en bedieningsvoorschrift Oliebrander WL30/1-C Z-1LN-A 11 Technische documenten 11 Technische documenten 11.1 Programmaverloop De exacte bedrijfsstatus van de brandermanager kan ook worden weergegeven. Bedrijfsstatus activeren [hfst. 6]. bedrijfsfase bedrijfsstatus toestand / functie fout aanwezig F .. niet geprogrammeerde toestand of programmering niet afgesloten OFFUPr stand-by, geen warmtevraag.
Pagina 90
Montage- en bedieningsvoorschrift Oliebrander WL30/1-C Z-1LN-A 12 Ontwerp 12 Ontwerp 12.1 Olievoorziening EN 12514-2, en de plaatselijke voorschriften in acht nemen. Algemene aanwijzingen voor de olietoevoer bij stalen tanks geen kathodebeschermingssysteem toepassen. bij olietemperaturen < 5 °C kunnen leidingen, oliefilters en verstuivers door paraffinevorming verstopt raken.
Pagina 91
Olieslangen correct op de aanvoer en retour van de pomp aansluiten. OPMERKING In een eenpijpsysteem moet een automatische ontluchter voor de oliepomp gemonteerd worden. Tweepijpsbedrijf De oliepomp ontlucht bij tweepijpssysteem automatisch. Ringleidingsbedrijf Bij meerdere branders raadt Weishaupt een ringleidingsysteem aan. 91-112 83325844 1/2022-01 La...
Pagina 92
Montage- en bedieningsvoorschrift Oliebrander WL30/1-C Z-1LN-A 12 Ontwerp 12.2 Continuventilatie of naventilatie Brandgevaar door uitval van de brandermotor Tijdens bedrijf met continuventilatie of verlengde naventilatie kan het uitvallen van de brandermotor (bijv. door spanningsuitval of defecte motor) ertoe leiden dat GEVAAR warmteterugstraling of hete rookgassen door het branderhuis terugstromen.
Pagina 93
Montage- en bedieningsvoorschrift Oliebrander WL30/1-C Z-1LN-A 12 Ontwerp 12.3 Aanvullende eisen Aanvullende eisen voor branders met vloeibare brandstoffen volgens EN 267: de druktoestellen functioneren conform de richtlijn druktoestellen 2014/68/EU, als component van industriële procesinstallaties conform EN 746-2, op stoom- en heetwater waterpijpketels, conform EN 12952-8.
Pagina 112
Het warmtepompengamma biedt oplossingen Van schakelkast tot complete sturing van voor het gebruik van warmte uit de lucht, de gebouwbeheertechniek - bij Weishaupt vindt u grond of het grondwater. Sommige systemen het totale spectrum van de moderne MSR-tech- zijn ook geschikt voor de koeling van niek.