5.3 Eerste inbedrijfname en afregeling
Basisinstelwaarden stuwschijf en luchtklep
Met de schaalwaarden voor de instelling van de stuwschijf
en de luchtklep kan de brander voor de eerste inbedrijf-
name vooringesteld worden. De instelwaarden zijn
gebaseerd op de maximale vuurhaardweerstand volgens
EN 303 en moeten voor de optimalisatie van de
verbranding aan de effectieve vuurhaardweerstand
aangepast worden.
Stuwschijf instellen
De stand van de stuwschijf wordt geregeld in functie van
de gekozen vollast en deze geldt tevens voor kleinlast.
De instelschroef draaien totdat de schaal aan de
aanwijsstift de voorinstelwaarde aangeeft.
Opmerking Bij de stand 0 van de stuwschijf moet de
aanwijsstift samenvallen met de
mengkamerbehuizing (schaal is niet
zichtbaar).
Voorbeeld stuwschijfinstelling WL10/2-C, uitv. Z
Verbrandingswarmtevermogen (Q
Vollast-pompdruk :
Hieruit volgt een stuwschijfstand van :
14
) bij 22bar
F
57,1 kW
7,6
Algemeen kunnen met deze voorinstelling CO
tussen 12,0 % en 13,0 % verkregen worden. De
voorinstelling is echter geen vervanging voor de
noodzakelijke rookgasmeting of optimalisatie van de
verbranding !
Opmerking Het brandervermogen is afhankelijk van de
ingezette verstuiver (zie hfst. 4.7) !
Stuwschijf instellen
Aanwijsstift
Instelschroef
Basisinstelwaarden stuwschijf
11
10
9
8
7
6
5
4
3
kW
30
35
40
45
kg/h
3
3,5
-waarden
2
50
55
60
65
70
4
4,5
5
5,5
Brandervermogen
75
6