Specificaties
Specificatie
Monsterstromen
Gegevensopslag
Gegevens verzenden
Analoge uitgangen
Analoge ingangen
Relais
Afstandsbediening
Communicatie (optioneel) Modbus RTU, Modbus TCP/IP of Profibus. De softwarevereiste voor Modbus RTU en TCP/IP is
Reagentia
Instrumentlucht
Spoellucht
Kalibratiestandaard
Certificeringen
Garantie
Specificatie
Monstersoorten
Deeltjesgrootte monster
Monsterdruk
4
Tabel 1 Algemene specificaties (vervolg)
Gegevens
Een of twee monsterstromen en één handmatig steekmonster. Raadpleeg
monstervereisten.
6000 metingen en 99 foutinvoeren in het analysergeheugen
MMC/SD-kaart voor het opslaan van gegevens, software-updates en configuratie-updates
Vier 4–20mA-uitgangssignalen, programmeerbaar (direct- of multiplexmodus), optisch geïsoleerd,
zelfbekrachtigd, impedantie maximaal 500 Ω
Twee 4–20 mA ingangssignalen, programmeerbaar
Zes configureerbare relais; spanningsvrije contacten, 1 A bij maximaal 30 VDC
Digitale ingangen voor stand-by op afstand, externe stroomselectie en meting van steekmonsters
op afstand
Daarnaast kan de analyser op afstand worden bediend met Modbus.
versie 2.12 of later.
Opmerking: Wanneer de Profibus-optie is geselecteerd, stuurt de analyser de digitale uitgangssignalen via
de Profibus-omvormer met het specifieke communicatieprotocol van Profibus.
4.0 N natriumhydroxide (NaOH)
6,0 N zwavelzuur (H
SO
2
4
Zie
De reagentia aansluiten
Droog, olie- en stofvrij, ≤ -20 °C (-4 °F) dauwpunt, < 5,4 m
verbruik), 5 tot 40 °C (41 tot 104 °F).
Instelpunt:
•
1,5 bar (21,7 psi)
•
1,5 en 0,9 bar (21,7 en 13 psi) wanneer de zuurstofconcentrator is ingeschakeld.
•
1,2 bar (17,4 psi) wanneer de BioTector-luchtcompressor wordt gebruikt.
Opmerking: Een filterpakket wordt aanbevolen als de instrumentlucht niet binnen de specificaties valt.
4 tot 7 bar (58 tot 101,5 psi), -20 °C (-4 °F) dauwpunt (vrij van water, olie en stof)
Het initiële spoelluchtverbruik is minder dan 15 m
Het normale luchtverbruik tijdens bedrijf is minder dan 6 m
Nulkalibratie: Geen of gedeïoniseerd water
Span-kalibratie: De TIC-concentratie (totale anorganische koolstof) en de TOC-concentratie
(totale organische koolstof) in de kalibratiestandaard zijn gebaseerd op het bedrijfsbereik dat is
geselecteerd voor span-kalibraties.
CE, cETLus
1 jaar
Tabel 2 Monstervereisten
Gegevens
Monsters mogen geen vetten, smeermiddelen, oliën of calcium bevatten. Monsters mogen
maximaal 0,1 % chloriden (zouten) bevatten. Raadpleeg
natriumchloride.
Opmerking: Chloriden (zouten) verstoren de metingen niet, maar kunnen corrosie veroorzaken.
Maximale diameter 100 µm, zachte deeltjes
Opmerking: Harde deeltjes (bijv. zand) veroorzaken schade aan de analyser.
Omgevingstemperatuur bij monsterinlaat en handmatige inlaat (voor steekmonsters)
Opmerking: Gebruik bij monsterstromen onder druk de optionele monsteroverloopkamer om het monster met
omgevingsdruk aan de analyser te leveren.
) dat 350-mg/L mangaansulfaat-monohydraat bevat
op pagina 36 voor de gebruiksfrequentie van reagens.
3
/uur.
Tabel 2
3
/u bij 6 bar (87 psi) (gemiddeld
3
/uur.
Tabel 5
voor interferentie van
voor