De HOST FCA-285 kent opeenvolgend eenheidnummers toe, te beginnen met de IN-poort van
de glasvezelcommunicatielus (zie het etiket op het chassis van de HOST FCA-285 om te zien
waar de poort zich bevindt). De eenheidnummers worden eerst in het EEPROM-geheugen van de
HOST geschreven en dan zorgt de HOST ervoor dat de eenheidnummers in de EEPROM's van de
eenheden zelf terechtkomen. Vervolgens zal de HOST de knooppunten pollen om het type eenheid
te bepalen op elke locatie. Wanneer antwoorden worden ontvangen, kent de HOST zonenummers
toe in oplopende volgorde, opnieuw te beginnen bij de IN-poort op de glasvezelcommunicatielus.
Aan elke FCA-284-eenheid worden vier zones toegekend. Aan alle andere modules wordt één zone
toegekend. De zonenummers worden geschreven in het EEPROM-geheugen van de HOST en er
wordt een opdracht gegeven om het/de zonenummer(s) te schrijven naar de individuele EEPROM-
geheugens van de eenheden op de ring.
Wanneer deze bewerking is voltooid, begint de HOST FCA-285 normaal te functioneren. Dit
ontwerpkenmerk van het FSN laat ook toe om alle eerder geïnstalleerde systemen met oudere
software te upgraden naar de nieuwe software, terwijl dezelfde eenheid- en zonenummers worden
behouden.
INIT
"INITIALIZE" POSITION
(INITIALISATIESTAND)
Figuur 9.1 Initialiseren van een nieuw systeem
"OPERATE" POSITION
(WERKSTAND)
INIT
79