Inhoudsopgave
Advertenties
3.1 Vereiste uitrusting
Voor de eigenlijke installatie en confi guratie van het netwerk moeten vier onderdelen van het
systeem in beschouwing worden genomen:
Systeemingangen
Systeemuitgangen
Kabels en connectors
Voeding
3.1a Systeemingangen
Een glasvezelkabel verbindt de sensor met de APU. De afzonderlijke processors worden
verbonden met het netwerk via een Fiber Communications Adapter (FCA), behalve voor de FD-
208N/RN of de FD-3xxFSN die rechtstreeks met de APU worden verbonden. Indien sensors van
andere fabrikanten in het netwerk moeten worden opgenomen, controleer dan voor alle veiligheid
of ze voorzien zijn van relaiscontactsluitingen. De sensors kunnen worden verbonden met een
FCA-284. Elke FCA-284 kan tot 4 relaiscontacten accepteren. Bijvoorbeeld:
1.
Indien er op de locatie sensors zijn die slechts één contactsluiting hebben, zoals een
deursensor, dan kunnen tot vier van deze sensors worden aangesloten op één enkele FCA-
284.
2.
Indien er op de locatie sensors zijn die twee contactsluitingen hebben, zoals een ultrasone
sensor met afzonderlijke alarm- en tamper-uitgangen, dan kunnen tot twee van deze uitgangen
worden aangesloten op één FCA-284. Afhankelijk van de locatie van de sensors, kan het
echter voordeliger zijn om minder sensors op elke FCA-284 aan te sluiten om lange kabels te
vermijden. De FCA-284 biedt plaats voor tot vier (4) ingangen.
3.1b Systeemuitgangen
Het Fiber Security Network levert diverse systeemuitgangen dankzij het FCA HOST-knooppunt
dat dient als controlecentrum van het volledige netwerk. De FCA-285 en een interfacekabel
(standaard 9-pens RS-232C "D"-kabel met één mannelijk en één vrouwelijk uiteinde) zijn
nodig zowel wanneer het netwerk verbonden is met een computer om de systeemstatus
en alarminformatie weer te geven als wanneer het netwerk met een pc is verbonden voor
volledige I/O-bediening op afstand. Om het oproeppaneel, de alarmdoos of een automatische
inbelverbinding aan te sturen zijn een FCA-285 en één of meerdere FCA-286 relaisuitgangen
vereist. Elke FCA-286 die verbonden is met de FCA-285 voorziet dan in 16 relaiscontactsluitingen.
Meerdere FCA-286-borden kunnen dan worden gecombineerd tot maximaal 128
relaiscontactuitgangen, met één contactsluiting voor elk apparaat- en/of tamper-uitgang op de
ring. Een FCA-284 kan ook worden gebruikt om signalen te sturen voor bediening op afstand van
apparaten, zoals videocamera's of elektronische deursloten. Elk van deze modules bevat één
relaiscontactsluiting. De uitvoerbediening van apparaten op afstand gebeurt via computersturing
van het netwerk.
Hoeveel sensors zullen worden verbonden met het netwerk en om welk type
sensors gaat het?
Welke soort uitgangen heeft het systeem nodig?
Hoeveel glasvezelkabel en hoeveel connectors zullen nodig zijn om het
systeem te installeren?
Is een voeding van 12 volt beschikbaar voor alle knooppunten?
13
Advertenties
Inhoudsopgave
