OPMERKING:
Pin 1 wordt gewoonlijk gebruikt voor Carrier Detect (CD) op normale RS-232-interfaces. Als u deze
pen aangesloten laat op CD op de hostcomputer zou dit geen problemen mogen veroorzaken.
Deze connector levert Data Communications Equipment (DCE)-signalen conform de EIA-
specifi catie RS-232C. Alleen TX, RX, CTS en RTS zijn geïmplementeerd. Er is een aarding is
voorzien voor de terugkeer van het signaal. +5 volt gelijkstroom is voorzien op Pen 1 om de
Hyperion handkalibrator te voeden en mag alleen daarvoor worden gebruikt. Een mannelijke/
vrouwelijke DB-9 straight-through kabel wordt meestal gebruikt om een laptopcomputer aan te
sluiten.
4.3 Tamper-schakelaar
Pennen 7 en 8 op de I/O-connector zijn voorzien om de contacten van de tamper-schakelaar te
controleren. Deze connector aanvaardt AWG-kabels met afmetingen van #22 tot en met #14. Indien
de NEMA-behuizing open is, dan wordt onmiddellijk een tamper-gebeurtenis gestuurd naar de
hostcomputer. De hostcomputer kan ook de status van om het even welke tamper-schakelaar op
afstand opvragen.
De tamper-ingang is niet elektrisch geïsoleerd van de FD-208N/RN en FD-3xxFSN APU's. De
verbindingen of de schakelaar van deze pennen moeten worden beperkt tot de geïsoleerde
contactsluitingen (zoals relaiscontacten) van apparatuur die zich binnen de NEMA-behuizing
bevindt. (Zie FCA-284 voor beschermde ingangen.)
27