4.1b Lokale kalibratiemodus
Indien een handkalibrator wordt aangesloten op de RS-232-poort in een netwerkknooppunt, zullen
de FD-208N/RN en FD-3xxFSN APU's automatisch naar Local Calibration-modus gaan. In deze
modus kan een lokale kalibratie van de zone worden doorgevoerd zonder de werking van het
netwerk te beïnvloeden. Hieronder vindt u een illustratie van de gegevensstroom:
RS-232C poort
naar handkalibrator
Dataglasvezelkabelingang
Figuur 4.2: Een FD-208N die werkt in LOCAL-modus zonder de werking van het netwerk te onderbreken.
4.1c Selectiemodus op afstand
Wanneer de FD-208N/RN en FD-3xxFSN APU's van de hostcomputer worden aangesproken voor
Remote Access (zie protocol op de volgende pagina), gaan ze in Select-modus. In deze modus
worden pakketten van de hostcomputer naar die APU geleid en wordt de respons van de APU
teruggestuurd naar de computer. Dit zorgt voor een verbinding voor kalibratie op afstand terwijl
een transparant datakanaal voor alarmen, fouten en sabotagesignalen van andere knooppunten
op het netwerk behouden blijft. Indien een handkalibrator verbonden wordt met de RS-232-
poort op de APU terwijl de eenheid zich in Select-modus bevindt, dan zal de APU automatisch
terugkeren naar Local Calibration-modus zodat de lokale kalibratie kan plaatsvinden. Indien de
hostcomputer probeert de eenheid te selecteren voor toegang op afstand terwijl de kalibrator is
verbonden, dan zal deze een statusbericht bezet ontvangen.
APU met
onafhankelijke
LOCAL,
netwerk- en
sensor-
verwerking
Dataglasvezelkabeluitgang
25
Naar inbraaksensor