De FCA-286-relaisuitgang is een optie van de FCA-285-hosteenheid. Elke FCA-286 bevat 16 relais
met uitgangen die overeenkomen met de zones in het netwerk. Er kunnen tot acht FCA-286's in
een ringnetwerk worden geschakeld om tot 128 relaisuitgangen te komen.
Indien slechts één FCA-286 nodig is (16 zones of minder), dan kan de FCA-286 worden gevoed
door de FCA-285-hosteenheid. Installeer een jumper op JP1 voor de voeding.
Indien meer dan één FCA-286-bord nodig is, moet een hulpvoeding worden aangesloten op J11
van elke kaart. De energievereisten zijn nominaal 5 volt wisselstroom (5 tot 8 volt, niet-geregeld)
en elk bord zou tot 500 mA kunnen trekken indien alle relais tegelijk worden geactiveerd (dit is
onwaarschijnlijk, maar het kan gebeuren). Wanneer een hulpvoeding is bijgeleverd, zorgt u ervoor
dat JP1 is verwijderd. Anders zou de FCA-285-hosteenheid beschadigd kunnen raken.
De kaart zit niet in een chassis en is bedoeld voor montage in een metalen behuizing zoals
de NEMA-doos om deze te beschermen tegen de omgeving. Meestal worden de FCA-286s
gemonteerd met schroeven #6-32.
7.2 Relaisuitgangfunctie FCA-286
Elk relais bevat een set geïsoleerde C-vormige contacten voor elke zone in het netwerk. Het
contact is gedimensioneerd op 1,0 amp @ 24 volt gelijkstroom en 0,5 amp @ 125 volt wisselstroom
bij niet-inductieve belasting. De meeste FCA-eenheden op het netwerk hebben één zone per
knooppunt. De FCA-284 voorziet in vier zones per knooppunt, één voor elke ingang. Indien het
netwerk geen FCA-284 universele eenheden bevat, dan is de relaismapping eenvoudig. Er is één
relais toegekend per zone. Indien het netwerk één of meerdere FCA-284s bevat, dan worden vier
relais toegekend aan elk van deze eenheden. De FCA-285-hosteenheid is verantwoordelijk voor de
mapping van knooppunten naar zones.
Neem bijvoorbeeld een netwerk dat een FD-208N heeft op knooppunt 1, een FCA-284 op
knooppunt 2 en een FCA-282 op knooppunten 3 en 4. Er zijn in totaal vijf knooppunten op de ring
met de FCA-285-hosteenheid inbegrepen.
Voorbeeldconversie van een zone naar een knooppunt:
Relais 1 zal sluiten als reactie op een alarm dat is gegenereerd door de FD-208N en relais 2, 3,
4 en 5 zullen worden toegekend aan de ingangen A, B, C en D op de FCA-284. De twee FCA-
282s zullen relais 6 en 7 aanspreken. In geval van een gegevens- of sensorglasvezelfout, zal het
foutrelais op de FCA-285 uitvallen (activeren).
Het alarm- en sabotagesignaal van een FD-208N zijn niet van elkaar te onderscheiden en beide
activeren het toegewijde relais voor de zone. Indien een complexere interface nodig is, moet de
klant een computerinterface gebruiken op de FCA-285
33