4. INSTALLATIELOCATIE
Met betrekking tot de plaats van installatie
• Is de airconditioner geïnstalleerd in een goed
geventileerde ruimte waar er geen obstructies
zijn?
• Installeer de airconditioner niet in de volgende
plaatsen.
a. In ruimten waar veel oliedampen van minerale
oliën hangen.
b. Op plaatsen waar de lucht erg zout is, zoals
een strandgebied.
c. Op plaatsen waar zwaveldampen voorkomen,
zoals bij warmwaterbronnen.
d. In ruimten waar veel spanningsschommelingen
optreden, zoals in fabrieken.
e. In voer- en vaartuigen.
f. In ruimten met veel oliespatten of stoom, zoals
in een keuken.
g. In de buurt van machines die elektromagneti-
sche golven opwekken.
h. In ruimten waar zuren en/of alkalinedampen
voorkomen.
• Zijn voldoende voorzorgsmaatregelen geno-
men?
Neem voor meer details contact op met uw lokale
dealer in verband met sneeuwbescherming, enz.
Met betrekking tot de bedrading
• Laat de aanleg van de elektrische bedrading
uitsluitend door gekwalificeerd personeel uit-
voeren.
Raadpleeg hierover uw lokale dealer. Leg de bedra-
ding nooit zelf aan.
• Zorg ervoor dat de unit wordt voorzien van een
gescheiden voedingssysteem en dat al het
werk aan elektrische bedrading wordt uitge-
voerd door erkende elektriciens en conform de
landelijk geldende voorschriften en de instruc-
ties van deze installatiehandleiding.
Besteed ook aandacht aan het geluid van
het in werking zijnde systeem
• Zijn de volgende plaatsen gekozen?
a. Een plaats die sterk genoeg is om het gewicht
van de airconditioner te kunnen dragen en die
weinig trillingen en geluid overbrengt.
b. Een plaats waar de warme lucht uit de luchtuit-
laat van de buitenunit en het geluid van het
apparaat geen overlast veroorzaken voor uw
buren.
• Weet u zeker dat er geen voorwerpen voor de
luchtuitlaat van de buitenunit staan?
Dergelijke voorwerken kunnen de prestaties ver-
minderen en bijgeluiden veroorzaken.
Nederlands
• Schakel de airconditioner uit wanneer deze
een ongewoon geluid maakt tijdens gebruik
en neem dan hierover contact op met uw
lokale dealer.
Met betrekking tot de afvoerleiding
• Is de afvoerleiding correct aangelegd om een
volledige afvoer te garanderen?
Als de afvoerleiding niet correct is aangelegd, kan
er zich stof of vuil gaan ophopen wat waterlek-
kage tot gevolg kan hebben. Als dit het geval is,
moet u de airconditioner stopzetten en contact
opnemen met uw lokale dealer.
5. BEDIENING
• De bedieningsprocedure verschilt tussen het
model met de warmtepomp en het model met
directe koeling. Neem contact op met uw lokale
dealer om het systeemmodel te bevestigen.
• Ter bescherming van de unit moet de hoofdscha-
kelaar 6 uur voordat de unit in gebruik wordt
genomen worden aangezet.
• Sluit de stroomtoevoer niet af tijdens seizoensge-
bruik van de airconditioner.
Dit is om de airconditioner goed te laten werken.
• Indien de hoofdschakelaar tijdens bedrijf wordt
uitgezet, wordt de werking automatisch hervat
nadat de hoofdschakelaar weer wordt aangezet.
5-1. FUQ
Lees de bedieningshandleiding die is meegele-
verd met de afstandsbediening.
5-2. FXUQ
Lees de bedieningshandleiding van de buiten-
unit en de afstandsbediening.
6