BEWEGING VAN DE HORIZONTALE KLEP
Voor de volgende condities wordt de luchtstroom-
richting bestuurd door een microcomputer. De rich-
ting kan daarom van de display verschillen.
• KOELEN
• AUTOMATISCH
Bedrijfs-
KOELEN
stand
• PROGRAMMA
DROGEN
Lucht stroomt
automatisch enige
tijd in de ingestelde
richting om con-
densatie op de
horizontale klep-
pen te voorkomen.
• Bij werking met
continue neer-
Omhoog
waartse lucht-
en omlaag
stroomrichting
OPMERKING (Bij FUQ)
• Als er sprake is van groepsbesturing in systemen
voor gelijktijdig gebruik (twee- en driedubbel) kan
de richting van de luchtstroom niet individueel op
de slave-units worden ingesteld.
Binnenunit
(Slave)
Buitenunit
Binnenunit
(Master)
Dubbele
Afstandsbediening
uitvoering
Aanbevolen richtingen voor de luchtstroom
Koelen
Verwarmen
We adviseren de hierboven genoemde luchtstroom-
stand wanneer u een luchtstroom in één richting
wenst.
9
• VERWARMEN
• AUTOMATISCH
VERWARMEN
De richting van de
luchtstroom wordt
horizontaal, zodat
de luchtstroom niet
direct op een van
de aanwezigen in
de ruimte gericht is.
• Wanneer de
kamertempera-
tuur hoger is dan
de ingestelde
temperatuur.
• Wanneer het
VERWARMEN
start of tijdens
het ONT-
DOOIEN (als er
zich rijm vormt
op de buitenunit)
Buitenunit
Binnenunit
(Slave)
Driedubbele
uitvoering
7. OPTIMALE WERKING
Ga als volgt te werk om te controleren of de aircon-
ditioner op de juiste manier werkt.
• Voorkom direct zonlicht door het raam door gordij-
nen of luiken te gebruiken tijdens het KOELEN.
• Houd deuren en ramen dicht. Indien de ramen en
deuren open blijven, stroomt de lucht van de
kamer naar buiten en wordt het koel- en verwar-
mingseffect verminderd.
• Plaats nooit voorwerpen in de buurt van de lucht-
inlaat en de luchtuitlaat van de airconditioner.
Deze kunnen het effect negatief beïnvloeden of
de unit stoppen.
• Stel de kamertemperatuur in op een comfortabele
waarde. Voorkom overmatig koelen of verwar-
men.
Hiermee wordt enkel elektriciteit verspild.
• Wanneer "
" of "Reinig filter aub" verschijnt op
de display, moet een erkend onderhoudstechni-
cus gevraagd worden om de filters te reinigen.
(Zie "8. ONDERHOUD" op pagina 10.)
Wanneer de binnenunit wordt gebruikt met een
verontreinigd luchtfilter, kan dit een afname van
de capaciteit of zelfs storingen tot gevolg hebben.
• Plaats tv's, radio's en stereo's 1 m of verder uit de
buurt van de binnenunit en afstandsbediening.
Het beeld kan onscherp worden en er kan ruis
ontstaan.
• Zet de stroomonderbreker uit wanneer de unit
langere tijd niet wordt gebruikt. Wanneer de
stroomonderbreker ingeschakeld blijft, verbruikt
de airconditioner toch een kleine hoeveelheid ver-
mogen, hoewel hij niet in werking is. (*1)
Zet de stroomonderbreker uit om energie te
besparen. Schakel de stroomonderbreker onge-
veer 6 uur voordat u het apparaat opnieuw gaat
gebruiken opnieuw in voor een probleemloze wer-
king.
(Zie "8. ONDERHOUD" op pagina 10.) (*2)
*1 Hoeveel energie wordt verbruikt wanneer de
buitenunit niet in werking is, hangt af van het
model.
*2 De instelling die van kracht was voordat de
stroomonderbreker wordt uitgeschakeld,
wordt opgeslagen. (De timerinstelling wordt
gewist.)
• Maak goed gebruik van de functie voor afstelling
van de luchtstroomrichting.
Koude lucht verzamelt zich op de vloer en warme
lucht onder het plafond.
Stel de luchtrichting op horizontaal tijdens het
KOELEN of het PROGRAMMA DROGEN en richt
deze naar beneden tijdens het VERWARMEN.
Zorg dat de lucht niet rechtstreeks op een per-
soon wordt geblazen.
Nederlands