• De afstandsbediening toont "
de luchtstroom stopt.
Dit komt doordat de airconditioner automa-
tisch omschakelt naar de stand ONT-
DOOIEN om te voorkomen dat de
verwarmingscapaciteit afneemt wanneer er
zich meer rijm op de buitenunit vormt.
Na maximaal 10 minuten, keert de aircondi-
tioner terug naar zijn oorspronkelijke wer-
king.
II. DE WERKING STOPT SOMS
• De afstandsbediening toont "U4" en
"U5", en de werking stopt. Ze zal echter
na een paar minuten worden hervat.
Dit komt doordat de communicatie tussen de
binnen- en buitenunits of de binnenunits en
de afstandsbedieningen wordt onderbroken
en de werking gestopt ten gevolge van ruis
die wordt veroorzaakt door andere toestel-
len.
Zodra de elektrische ruis afneemt, start de
airconditioner automatisch weer op.
III. DE VENTILATORSNELHEID VERSCHILT
VAN DE INGESTELDE SNELHEID
• De ventilatorsnelheid verandert niet als u
op de toets voor het regelen van de venti-
latorsnelheid drukt.
Tijdens het KOELEN wordt een lage ventila-
torsnelheid of een zachte wind gebruikt om
te voorkomen dat er smeltwater vrijkomt.
Tijdens het ONTDOOIEN (VERWARMEN)
stopt de luchtstroom van de airconditioner
om te voorkomen dat de lucht direct op een
van de aanwezigen in de ruimte geblazen
wordt. Na een tijdje kan de ventilatorsnelheid
worden veranderd.
(De ventilatorsnelheid kan niet worden inge-
steld voor het PROGRAMMA DROGEN.)
Als tijdens het VERWARMEN de ingestelde
kamertemperatuur wordt bereikt, stopt de
buitenunit en gaat de binnenunit over in
zachte bries.
Het duurt even voordat de ventilatorsnelheid
verandert.
Verhoog de ingestelde temperatuur.
Na een tijdje verandert de ventilatorsnelheid.
Nederlands
IV. DE LUCHTSTROOMRICHTING VERSCHILT
", en
VAN DE INGESTELDE RICHTING OF VAN
DE RICHTING DIE OP DE AFSTANDSBEDIE-
NING WORDT WEERGEGEVEN
• De horizontale kleppen bewegen niet,
hoewel op de afstandsbediening de
bewegende werking wordt weergegeven.
<VERWARMEN>
Dit komt doordat de luchtstroomrichting zo
wordt geregeld dat hij horizontaal is nadat de
werking start of wanneer de binnentempera-
tuur hoger ligt dan de ingestelde temperatuur
om te voorkomen dat lucht rechtstreeks op
een van de aanwezigen in de ruimte wordt
geblazen.
Na een tijdje start de bewegende werking.
(Zie "BEWEGING VAN DE HORIZON-
TALE KLEP" op pagina 9.)
• De op de afstandsbediening weergege-
ven luchtstroomrichting verschilt van de
reële stand van de horizontale kleppen.
<KOELEN en PROGRAMMA DROGEN>
Als het toestel op een neerwaartse lucht-
stroomrichting is ingesteld, verschilt de
luchtstroomrichting enige tijd van wat er op
de display wordt getoond. Dit is bedoeld om
te voorkomen dat condensatie vormt op de
horizontale kleppen.
<VERWARMEN>
Dit komt doordat de luchtstroomrichting zo
wordt geregeld dat hij horizontaal is nadat
de werking start of wanneer de binnentem-
peratuur hoger ligt dan de ingestelde tempe-
ratuur om te voorkomen dat lucht
rechtstreeks op een van de aanwezigen in
de ruimte wordt geblazen.
Na een tijdje verandert de luchtstroomrich-
ting naar de ingestelde richting.
(Zie "BEWEGING VAN DE HORIZON-
TALE KLEP" op pagina 9.)
V. DE HORIZONTALE KLEPPEN SLUITEN NIET
• De horizontale kleppen sluiten niet, zelfs
wanneer het toestel niet meer actief is.
Dit komt doordat de horizontale kleppen pas
sluiten wanneer er geen lucht meer uit de air-
conditioner stroomt.
De horizontale kleppen sluiten na enige tijd.
14