6. WERKINGSKENMERKEN
■ KENMERKEN VAN DE STAND KOELEN
(KOELEN EN AUTOMATISCH KOELEN)
• Wanneer de koelfunctie wordt gebruikt bij een
lage binnentemperatuur, kan rijm gevormd wor-
den op de warmtewisselaar van de binnenunit.
Hierdoor kan het koelvermogen afnemen.
In dit geval schakelt de airconditioner gedurende
enige tijd automatisch om naar de stand ONT-
DOOIEN.
Tijdens het ONTDOOIEN wordt een lage ventila-
torsnelheid of een zachte wind gebruikt om te
voorkomen dat er smeltwater vrijkomt.
(De afstandsbediening toont de ingestelde venti-
latorsnelheid.)
• Bij hoge buitentemperaturen duurt het soms even
voordat de binnentemperatuur de ingestelde
waarde bereikt.
■ KENMERKEN VAN DE STAND VERWAR-
MEN (VERWARMEN EN AUTOMATISCH
VERWARMEN)
START VAN DE WERKING
• Het duurt gewoonlijk langer om met de stand
VERWARMEN de ingestelde binnentemperatuur
te bereiken dan met de stand KOELEN.
Het is aanbevolen om de werking vooraf te star-
ten door de TIMER te gebruiken.
Doe het volgende om te voorkomen dat het ver-
warmingsvermogen afneemt en er koude lucht
ontsnapt.
BIJ DE START VAN DE WERKING EN NA
HET ONTDOOIEN
• In dit systeem wordt de warme lucht gecirculeerd,
zodat het enige tijd kan duren voordat het in de
gehele ruimte warm wordt.
• De ingebouwde ventilator blijft enige tijd draaien,
totdat de temperatuur in de airconditioner een
bepaalde hoogte bereikt. Gedurende deze tijd
verschijnt "
" op de display van de afstands-
bediening. Laat het systeem ongemoeid en wacht
rustig af.
(De afstandsbediening toont de ingestelde venti-
latorsnelheid.)
• De lucht wordt horizontaal uitgeblazen om tocht
van koude lucht op de aanwezige personen te
voorkomen. (De afstandsbediening toont de inge-
stelde luchtstroomrichting.)
7
ONTDOOIEN
(Rijmverwijdering voor de buitenunit)
• Naarmate op de buitenunit rijm wordt gevormd,
vermindert het verwarmingseffect en wordt de air-
conditioner in de stand ONTDOOIEN geschakeld.
• De binnenunit stopt en de display van de
afstandsbediening toont "
Bij een draadloze afstandsbediening stopt de
warme lucht en gaat het lampje ONTDOOIEN
voor de licht ontvangende unitindicator gaat bran-
den.
(De afstandsbediening toont de ingestelde venti-
latorsnelheid.)
• Na maximaal 10 minuten ONTDOOIEN, schakelt
de airconditioner terug naar VERWARMEN.
• De richting van de luchtstroom wijzigt naar hori-
zontaal. (De afstandsbediening toont de inge-
stelde luchtstroomrichting.)
• Tijdens of na het ONTDOOIEN, komt witte rook
uit de luchtin- of -uitlaat van de airconditioner.
(Zie "VI." op pagina 15.)
• Er kan tijdens deze werking een "sis"-geluid hoor-
baar zijn.
Met betrekking tot de temperatuur van de
buitenlucht en de verwarmingscapaciteit
• De verwarmingscapaciteit van de airconditioner
neemt af als de temperatuur van de buitenlucht
daalt.
Gebruik de airconditioner in dit geval samen met
andere verwarmingssystemen.
(Wanneer er een verbrandingstoestel wordt
gebruikt, moet de ruimte regelmatig worden
geventileerd.)
Gebruik het verbrandingstoestel niet wanneer de
lucht van de airconditioner er rechtstreeks op
wordt geblazen.
• Wanneer de warme lucht onder het plafond blijft
hangen en u koude voeten krijgt, verdient het
aanbeveling om met behulp van een ventilator de
lucht in de ruimte te ventileren.
Raadpleeg uw lokale dealer voor details.
• Wanneer de binnentemperatuur de ingestelde
temperatuur overschrijdt, verspreidt de binnenunit
een lichte bries (schakelt over naar lichte bries).
De richting van de luchtstroom wijzigt naar hori-
zontaal. (De afstandsbediening toont de inge-
stelde ventilatorsnelheid en luchtstroomrichting.)
".
Nederlands