Starten
<-«~--~~"-"-_.
---<~
,~"<,<
-
Starten
Starten
&
Attentie:
Starten bij een lege accu leidt
tot het hoorbaar klapperen van
het startrelais. Verder starten
beschadigt het startrelais en de
startmotor. Voordat er opnieuw
wordt gestart: Laad de accu op.
<I)
Waarschuwing:
Laat de motor niet stationair
warmdraaien
-
Kans op oververhitting/brand!
Rijd na het starten
direct weg.
Om de luchtgekoelde
motor
tegen
oververhitting
en even-
tuele schade
te beschermen
- een kortstondige
warm-
draaifase
vermijden.
Vermijd
na een koude
start hoge
toerentallen.
Chokegebruik
.
Chokehendel1
instellen:
-
hendel
naar boven in
stand A:
koude start
- hendel naar beneden in
stand C:
bedrijfswarme motor
.
Trek de hendel1 tijdens het
starten in stand A (pijl) en
houd hem in deze stand
\\
~
---
~
o
k
"
~
pmer mg:
Verdraai bij het starten de gas-
hendel niet.
.
Druk de startknop 2 in
- De motor slaat aan
.
Draai de gashendel eventueel
voorzichtig iets open
.
Laat de hendel 1 los
-
Hendel 1 in stand B
. Druk de chokehendel1
op tijd
(zodra de motor mooi rond-
draait) terug in stand C