Inhoudsopgave
Advertenties
12
* Voor zeer dikke wol kunt u
beter iedere tweede, of zelfs
iedere derde naald gebrui-
ken.
Er zijn veel soorten wol, zoals U in de tabel kunt zien.
Houdt echter rekening met het soort materiaal, brei altijd
eerst een proeflap om de ideale steekgrootte te bepalen.
Soort wol
Aanbevolen steekgrootte
Zeer
dunne wol
0-3
Dunne wol
3-5
Middeldikke wol
4-6
Dikke wol
7 - 10
Zeer dikke wol
4-6
Op de knop staan cijfers van 0 tot 10, de ruimtes tussen de cijfers zijn weer onderverdeeld in drie
stukjes.
0 is de strakste spanning (de kleinste steek) en 10 is de meest losse spanning (de grootste
steek).
Stel de knot in overeenkomstig de dikte van de wol.
* Selecteren van de naalden.
De naalden worden, afhankelijk van het patroon, in de
B- of
de D-stand gezet door de slede.
KC
(I)
De buitenste naalden worden automatisch geselecteerd,
onge-
acht het
patroon.
Vooral voor patronen
over
de hele breedte
van het werk.
KC (II)
De buitenste naalden worden volgens
het
patroon
geselecteerd.
Vooral voor het breien van losse motiefjes.
I
STEEKGROOTTEKNOP
*De patroontoetsen worden automatisch vrijgemaakt, als u de
veranderknop op N·L zet.
0
N·L
CR~~~~~~_(_~-=~~~~~~~-----._
Om de slede vrij te
~~k._ e_n_v_a_n_h_e_t_n_a_a-ld_e_n_-
+--~CRe5
0
0
KC
(II)
KC
(I)
N·L
Deze stand wordt ge-
bru ikt voor tricot-ste-
ken,
kantpatronen
en
intarsia.
VERANDERKNOP
I
Advertenties
Inhoudsopgave
