(4)
Druk de STEP-toets
in.
GJ
0
l
D
I
STEP
I
•0
0
Als u de STEP-toets indrukt, beg int
75
de computer de data op te slaan.
Schrijf
het tracknummer altijd op uw DESIGN SHEET, zodat u het patroon weer terug kunt vinden.
Tracknummer, waar u
nog data
kunt
opslaan.
I
'
emaakt
en gaan
de
l
a mpjes uit.
D
.
READY
0
PATTERN NO.
•
Als u de STEP-toets indrukt, wordt het
display
lee
De computer controleert het tracknum-
G:J
O
mer en geeft u het nummer van de track,
waar u data op kunt slaan, dan
gaan
het
~
O
READY-lampje
en
het
Patroon
no.-
L.:_J
lampje aan.
(2) Sia het getal 552 aan, het
nummer
voor het bewaren van een patroon.
G:J
0
o:J
o:J
~
•0
0
(3)
Druk de STEP-toets in.
GJ
0
I
STEP
I
•w
0
JD
•
READY
r r -,
D
•
READY
-
- -
_, _,
'-
JD
(1) Maak met de CE-toets het display leeg.
[D
0 [
@]
•0
0.
(
STAP 3
)
Zet de breimachine aan.
G:J
0
o.=o
o.=v
tfU
~
•
READY
0
0
O:o O:o O:o
D
)
Programma voor het
bewaren
van gegevens.
Het gaat om een disk, waarbij de initialisatie heeft plaats gevonden.
(
STAP 2
(
S_T_A_P_1
__
~)
Plaats de diskette in de aandrijfeenheid,nadat Ude AAN/UIT-schakelaar op AAN (ON)
heeft
gezet.
•
Nadat u de gegevens heeft opgeslagen op de disk, blijven ze ook nog tot nader order opgeslagen in de
computer.
Het is raadzaam het tracknummer van een patroon te noteren op het
DESIGN SHEET
• Elke track krijgt automatisch een
nummer van de computer.
Als een patroon. te groat is
om
in een keer in het geheugen te warden opgenomen, kunt u het in twee stukken
verdelen.
Breng daartoe elk dee]
op een floppy
disk.
Wilt u nu het patroon breien, laad dan de diskette in de goede volgorde via de disc drive unit in de
komputer.
Een track is als een lade in
de
disk, waarin u gegevens
opbergt.
• Capaciteit van de disk
Alie opgeslagen patroongegevens en Memo-informatie van het
patroonprogramma.
1)
Patroonnummer
2)
Stand van de keuzeschakelaar
3)
Patroonpositie voor keuzeschakelaar ( 1)
4)
Patroonpositie
en aantal patroontjes per 'groep'
voor
keuzeschakelaar (2)
5)
Stand van de patroonvariatie-toetsen
6)
lnformatie in Memo-display
Het toernummer in het display en de informatie in het
Memo-display.
•
Er zijn 2 tracks en een track wordt gebruikt voor een opslag van
gegevens.
I
•
U kunt op Uw diskette de gegevens overbrengen
die in het geheugen
van Uw breimachine
zijn
op-
geslagen.
Voordat U met het opslaan van deze gegevens kunt beginnen,
moeten ze eerst in het
ge-
heugen
van Uw breimachine
zijn ingevoerd
en opgeslagen
(zie bldz. 50 "lnput-programma
voor
Uw eigen patronen").
Wanneer
het patroon eenmaal
in het geheugen
van de breimachine
is opge-
slagen, dan kan het van dat geheugen
naar de diskette warden
overgebracht.
•
De inhould
die u op een disk kunt bewaren: