155
(A) Als de stroom uitvalt, terwijl er steken warden gebreid.
G)
Haal
de slede verder over, tot voorbij het tekentje.
(g)
Zet de machine weer aan.
@
Druk de CR-toets in (het READY-lampje
knippert).
@
Haal het werk uit tot aan een correcte toer.
@
Zet de slede aan de kant, waar de draad zich niet bevindt. Druk beide PART-toetsen in en haal de slede over tot
'8J
voorbij het tekentje om de naalden te selecteren.
@
Druk de CE-toets in (het
READY-lampje brandt).
(]")
Druk de patroontoetsen in overeenkomstig uw patroon, controleer de draad in het toevoeroog en brei verder.
ALS DE STROOM UITVALT TIJDENS HET BREIEN.
Druk de C-toets in (het M-lampje gaat uit). Zander dat het cijfer in de display verandert.
I
ALS U HET M-LAMPJE PER ONGELUK AANZET ...
Voer nu de instructies van stap
@
-
@
op
pag.
150 uit.
Reken het aantal toeren dat u te veel heeft, uit en verhoog het cijfer in het display met de Omhoog-toets. In het
voorbeeld heeft u 2 toeren
extra,
dus
verhoogt
u het cijfer in het display met twee
met
behulp van de
Omhoog-toets.
Als u met
de
op-z'n-kop-toets werkt, moet u de
Oml
a ag-toets gebruiken om het cijfer te
verhogen.
G)
(B) Het
aangeslagen
getal is grater dan het goede getal (bijv. u heeft 2 toeren uitgehaald, het getal 4 aangeslagen en de
CR-
toets ingedrukt).
Voer
nu de i nstructies van stap
@
-
@
op pag. 150 u
it.
Reken het aantal
toeren,
dat u nu te weinig gaat breien uit en verlaag het cijfer in het display met
de
Omlaag·toets.
In het voorbeeld heeft u 1
tekort;
ga dus u 1 toer terug met de
Omlaag-toets.
Als
u met de op-z'n-kop-toets werkt, moet u de
Omhoog·toets
gebruiken om het juiste
cijfer in
het display te
krijgen.
(A) Het aangeslagen getal is kleiner dan het goede
getal
(bijv. u hebt 4 toeren
uitgehaald,
het
getal
3 aangeslagen en
de CR-toers
ingedrukt).
ALS U HET VER KEER DE GETAL HEBT AANGESLAGEN VOOR
HET AANTAL UITGEHAALDE TOEREN.