4.9. Inbedrijfstelling
Zodra alle aansluitingen zijn gemaakt, moet de bedrading van het systeem worden gecontroleerd, het systeem moet worden
opgestart en de BMS-functionaliteit moet worden gecontroleerd. Volg deze checklist:
Controleer de polariteit van alle accukabels.
Controleer de dwarsdoorsnede van alle accukabels.
Controleer of alle accukabelschoenen correct zijn gekrompen.
Controleer of alle accu-aansluitingen vast zitten (overschrijdt niet het maximale aanhaalmoment).
Trek zachtjes aan elke accukabel en kijk of de aansluitingen goed vast zitten.
Controleer alle BMS-kabelaansluitingen en controleer of de connectorschroefringen volledig zijn
vastgeschroefd.
Maak met VictronConnect verbinding met elke accu.
Controleer of elke accu de meest recente firmware heeft.
Controleer of elke accu dezelfde instellingen heeft.
Sluit de positieve en negatieve DC-kabel van het systeem aan op de accu (of accubank).
Controleer de zekeringswaarde(s) van de reeks (indien van toepassing).
Installeer de zekering(en) in de reeks (indien van toepassing).
Controleer de waarde van de hoofdzekering.
Installeer de hoofdzekering.
Controleer of alle acculaadbronnen zijn ingesteld op de juiste laadinstellingen.
Schakel alle acculaders en belastingen in.
Controleer of het BMS aan gaat.
Ontkoppel een willekeurige BMS-kabel en controleer of het BMS alle laadbronnen en alle belastingen
uitschakelt.
Sluit het BMS-kabel opnieuw aan en controleer of alle laadbronnen en belastingen weer inschakelen.
Pagina 21
Handleiding Lithium Battery Smart
Installatie