4.3. Initieel opladen vóór gebruik
4.3.1. Waarom de accu's voor gebruik geladen moeten worden.
Lithiumaccu's zijn voor ongeveer 50 % geladen als ze verstuurd worden vanuit de fabriek. Dit is een verplichting voor veilig
transport. Door verschillen in transportroutes en opslag hebben de accu's echter niet allemaal dezelfde laadstatus als ze worden
geïnstalleerd.
Het ingebouwde systeem voor accucelbalanceren is alleen in staat kleine verschillen in laadstatus tussen de accu's te
herstellen. Nieuwe accu's kunnen grote laadstatusverschillen hebben die niet gecorrigeerd kunnen worden als ze op die manier
geïnstalleerd worden, vooral wanneer de accu's in serie geschakeld zijn.Let op dat verschillen in laadstatus tussen accu's niet
hetzelfde is als onbalans tussen celspanningen in een accu. Dit omdat de celbalanscircuits in de ene accu de cellen in een
andere accu niet kunnen beïnvloeden. Raadpleeg voor meer details over celbalanceren, het
4.3.2. Hoe de accu's te laden voor gebruik
Gebruik altijd een door een BMS aangestuurde lader tijdens het individueel laden van lithiumaccu's.
Wanneer, voor een specifieke reden, de initiële laadprocedure uitgevoerd moet worden zonder een BMS (niet
aanbevolen), controleer dan het
Initiële laadprocedure:
1.
Als een accubank bestaat uit accu's die in serie geschakeld zijn om een hogere spanningsbank te maken, dan moet elke
accu eerst individueel geladen worden. Gebruik een specifieke lader of een omvormer/acculader met een BMS om het
initiële laden uit te voeren.
Alleen een enkele accu of een bank met parallel geschakelde accu's kan als één geladen worden.
Raadpleeg de BMS-handleiding voor het instellen van het BMS.
2.
Stel de acculader in op het laadprofiel zoals aangegeven in de
3.
Zorg ervoor dat de accu, het BMS en de lader met elkaar communiceren. Controleer dit door één van de BMS-kabels los
te koppelen van het BMS en controleer of de lader wordt uitgeschakeld. Sluit vervolgens de BMS-kabel opnieuw aan en
controleer of de lader weer wordt ingeschakeld.
4.
Schakel de acculader aan en controleer of de acculader de accu oplaadt.
Let op dat, wanneer er tijdens het laden een onbalans tussen de accucellen voorkomt, het BMS de acculader herhaaldelijk
kan in- en uitschakelen. De acculader wordt enkele minuten lang uitgeschakeld en dan opnieuw ingeschakeld voor een
korte tijdsperiode, voor opnieuw uitgeschakeld te worden. Wees niet ongerust, dit patroon wordt herhaald tot de cellen
gebalanceerd zijn. Wanneer de cellen gebalanceerd zijn, schakelt de acculader niet uit tot de accu volledig geladen is.
5.
De accu is volledig opgeladen wanneer de acculader de druppelfase heeft bereikt en de VictronConnect-app accucelstatus
"gebalanceerd" is. Wanneer de accucelstatus "onbekend" of "ongebalanceerd" is, dan moet de acculader meerdere
keren automatisch opnieuw opstart worden totdat de accucelstatus "gebalanceerd" is. De verschillende statussen worden
beschreven in het
Celbalancering [42]
Pagina 14
Handleiding Lithium Battery Smart
Initiële laadprocedure zonder BMS [38]
Instellingen acculader [20]
hoofdstuk.
Initiële laadprocedure door middel van een BMS
Celbalancering [42]
hoofdstuk.
hoofdstuk in bijlage voor details.
sectie.
BMS
Installatie