Eerst wordt het identificatienummer van een functie getoond en daarna het hoofdresultaat.
Lees de overige resultaten die onder hetzelfde object - en meetplaats-code opgeslagen zijn
uit met de [ , ] toetsen.
Vorm van de geheugenplaatsen onder een bepaalde X.X.X.X, YYYY code:
Resultaat 1 + sub-resultaat;
Resultaat 2 + sub-resultaat;
...
...
Resultaat n + sub-resultaat
- Om de uitlees procedure te stoppen moet de keuzeschakelaar verdraaid worden.
- Gebruik de [Display] toets om ook de sub-resultaten te controleren.
%
&
#
''