* @%
"" 82 # )")2
Ieder opgeslagen resultaat kan worden voorzien van een specifiek identificatienummer.
Deze code bestaat uit 2 maal 4 cijfers. Door een beperking van het display worden bij codes kleiner dan
1000 echter slechts drie posities weergegeven. Bij codering met getallen tussen 1000 en 1999 (bovenlimiet)
worden wel 4 cijfers weergegeven:
In deze codering staat X.X.X.X (gemarkeerd middels punten) voor de meetplaats en vertegenwoordigd
YYYY de objectcode. Opgemerkt dient te worden dat X.X.X.X steeds tenminste één niveau hoger in de
(deel)installatie is dan YYYY. Voor een optimaal gebruik en gedetailleerde beschrijving van deze codes
wordt verwezen naar de ETEST Software.
Ieder getoond resultaat kan op onderstaande wijze in het geheugen worden opgeslagen:
Ingedrukte toets
1.
2.
3.
,
4.
De getoonde waarde wordt nu op een geheugenplaats opgeslagen, inclusief de sub-resultaten en de
parameters die in de [Resultaat oproepen ]-functie met de [Display] toets gecontroleerd kunnen worden.
Zie tabel 6 voor een lijst van sub-resultaten en parameters die tezamen met het hoofdresultaat in het
geheugen worden opgeslagen.
DIS P L A Y
X.X.X.X
.
Commentaar
De laatst weergegeven deelcode (X.X.X.X. of YYYY) die gebruikt is voor
het opslaan van gegevens.
Voer indien nodig nieuwe code in met de [ , ] toetsen.
Controleer het andere deel van de code door de [Display] toets in te
drukken. Wijzig indien nodig met de [ , ] toetsen.
Bevestig het opslaan door nogmaals de [Resultaat opslaan] toets in te
drukken.
@
9
%
YYYY
9
9
7
< > *
#
''