*!*
)
"
Instellen en uitvoeren van test 3:
1.
Sluit het meetsysteem conform het aansluitschema in bijlage 2 aan op het testobject.
2.
Plaats de draaiknop in de stand ALS test/ Uc/ Rs (½ I N )
3.
Kies met de [Selectie] toets Rs.
4.
Selecteer met de [ IDN] toets de gewenste nominale foutstroom.
5.
De toelaatbare aanraakspanning is reeds in paragraaf 5.2.2.1 ingesteld.
6.
Druk voor een korte test (± 5 sec.) op de [START] toets
7.
Lees het resultaat af.
8.
Druk voor een lange test (± 30 sec.) twee maal snel achter elkaar op de [START] toets.
9.
Op het display verschijnt
10.
Lees na 30 seconden het resultaat af.
11.
Controleer de parameters van het instrument door op de [DISPLAY] toets te drukken.
12.
Sla, indien gewenst, het getoonde resultaat (paragraaf 5.3) op en noteer eventueel de
geheugencodes.
13.
Maak het testobject los of voer opnieuw een test uit.
DISPLAY
Figuur 5: Voorbeeld testresultaat aardcircuitweerstand en aanraakspanning.
LET OP!
Verschijnt de volgende melding in het display :
afgewisseld met een weerstandswaarde dan is te gemeten weerstand lager als dat wat de CMB-S kan meten. In
geval van een 30mA ALS is de laagste te meten waarde 3,3
9
-8 . <
Aardcircuiteerstand Rs
Gekozen nominale aanspreekstroom
Rs
%
"
.
.
!
!
#
''