Veiligheids- en instructiestickers
Veiligheidsstickers en veiligheidsinstructies zijn gemakkelijk zichtbaar voor de bestuurder en
bevinden zich bij plaatsen waar gevaar kan ontstaan. Vervang alle beschadigde of verdwenen
stickers.
1. Aan
2. Aftakas
3. Uit
4. Waarschuwing – Lees de
Gebruikershandleiding.
5. Handen of voeten kunnen worden
gesneden – Blijf uit de buurt van
bewegende onderdelen.
27–7310
(modellen 30626 en 30627)
107–2918
(modellen 30630 en 30631)
6. De machine kan voorwerpen uitwerpen –
Houd omstanders op een veilige afstand
van de machine.
7. Waarschuwing – Vergrendel de
parkeerrem, zet de motor af en verwijder
het sleuteltje uit het contact alvorens de
machine te verlaten.
1. Voorzichtig – Vul de brandstoftank tot 25 mm vanaf de
onderkant van de vulbuis. Lees de gebruikershandleiding voor
verdere instructies.
8
8. Machine kan kantelen – Gebruik de
maaimachine niet op hellingen van meer
dan 10 graden; laat het maaidek neer als
u een helling afrijdt, en doe de
veiligheidsgordel om als de rolbeugel is
gemonteerd.
93–7822
(modellen 30630 en 30631)