105–0056
1. Snel
2. Langzaam
3. Motor afzetten
93–7830
1. Voorzichtig – Lees de gebruikershandleiding voor verdere
instructies.
2. Specificatie torsie van wielen
105–2531
(modellen 30626 en 30627)
107–2927
(modellen 30630 en 30631)
1. Lees de Gebruikershandleiding om de motor te starten: aftakas
uitschakelen, de tractieaandrijving in de neutraalstand zetten, het
rempedaal intrappen, de gashendel op SNEL zetten en het
contactsleuteltje op AAN draaien totdat het indicatielampje van de
gloeibougie gaat branden, en dit vervolgens op START draaien.
2. Om het waarschuwingssysteem voor de motortemperatuur uit
te schakelen, moet u op de knop drukken.
4. Motor laten lopen
5. Motor starten
6. Temperatuur
10
82–8930
(modellen 30626 en 30627)
1. Lees de gebruikershandleiding voor verdere instructies.
93–7831
1. Parkeerrem – Lees de gebruikershandleiding voor verdere
instructies.
67–1710
(modellen 30626 en 30627)
93–7836
1. Om de tractie-eenheid vooruit of achteruit te laten rijden, het
tractiepedaal intrappen.