Stuurcilinder Monteren (Uitsluitend Modellen 30627 En 30631); De Spoorstang Monteren (Uitsluitend Modellen 30627 En 30631); Achterbumper Monteren (Uitsluitend Modellen 30627 En 30631); Achter- En Voorwielen Monteren - Toro Groundsmaster 328-D Gebruikershandleiding
Verberg thumbnails
Zie ook voor Groundsmaster 328-D:
- Gebruikershandleiding (60 pagina's) ,
- Bedieningshandleiding (40 pagina's)
Inhoudsopgave
Advertenties
Opmerking: Sommige onderdelen kunnen al in de
fabriek zijn gemonteerd.
Stuurcilinder monteren
(uitsluitend modellen 30627 en 30631)
1. Verwijder de schroef en de R-klem waarmee de
stuurcilinder is bevestigd aan de verpakking. Bewaar de
R-klem voor latere montage.
2. Monteer de steunbeugel van de cilinder aan de
achterzijde van de as met 4 schroeven (M10 x 30) en
ringen (Fig. 2). Smeer Loctite 242 of een gelijkwaardig
hechtmiddel op de schroefdraad en draai de schroeven
vast met een torsie van 46–56 Nm.
2
Figuur 2
1. Steunbeugel van cilinder
3. Verwijder de kroonmoer en de borgpen van het uiteinde
van de kogelverbinding van de stuurcilinder. Steek het
uiteinde van de kogelverbinding in het middelste gat in
de stuurstangarm van de as. Plaats de kogelverbinding
vanaf de bovenkant van de stuurstangarm.
4. Bevestig het uiteinde van de kogelverbinding aan de
stuurstangarm met de kroonmoer (Fig. 2) en draai deze
vast met een torsie van 94–122 Nm. Monteer de
borgpen.
De spoorstang monteren
(uitsluitend modellen 30627 en 30631)
1. Verwijder de borgpennen en de kroonmoeren van de
uiteinden van de kogelverbinding van de spoorstang.
Steek de uiteinden van de kogelverbinding in het
achterste gat in de stuurstangarm van elke as. Plaats de
kogelverbindingen vanaf de onderkant van elke
stuurstangarm (Fig. 3).
2. Bevestig de uiteinden van de kogelverbindingen aan de
stuurstangarmen met een kroonmoer en draai deze vast
met een torsie van 54–81 Nm. Monteer een borgpen.
1
2. Stuurarm
17
Figuur 3
1. Spoorstang
Achterbumper monteren
(uitsluitend modellen 30627 en 30631)
1. Verwijder de 2 tapschroeven (1/2 x 3/4 inch), de
borgringen en de platte ringen waarmee het
achtergewicht is bevestigd aan de assteun (Fig. 4).
2
1
Figuur 4
1. Achtergewicht
2. Assteun
2. Monteer de bumper en het achtergewicht aan de assteun
met de tapschroeven, borgringen en platte ringen die u
eerder hebt verwijderd.
3. Bevestig de stuurslangen aan de assteun met de
tapschroef (1/4 x 1/2 inch) en de flensmoer, die zijn
geleverd bij de losse onderdelen. Gebruik hierbij de
R-klem die u eerder hebt verwijderd.
Achter- en voorwielen monteren
1. Verwijder de bevestigingen waarmee de wielen
vastzitten aan de verpakking, en gooi ze weg.
2. Draai de wielmoeren los van de bouten op de assen.
Opmerking: De moeren van de voorwielen zijn Engels en
die van de achterwielen zijn metrisch.
3. Monteer de wielen en draai de montagemoeren vast met
een torsie van 61–75 Nm.
1
4
3
3. Bumper
4. R-klem
Advertenties
Inhoudsopgave
