Smeerolie van
tweerichtingskoppeling
controleren
(uitsluitend modellen 30627 en 30631)
1. Plaats de machine op een horizontaal oppervlak.
2. Draai de koppeling (Fig. 28) zodanig dat de
controleplug (afgebeeld in 12 uur positie) op 4 uur staat.
2
Figuur 28
1. Tweerichtingskoppeling
3. Verwijder de controleplug. Het vloeistofpeil moet de
opening in de koppeling bereiken. Als het peil te laag
staat, moet u bijvullen met Mobil Fluid 424. De
koppeling moet ongeveer voor 1/3 gevuld zijn.
4. Plaats de controleplug.
Opmerking: Gebruik geen motorolie (zoals 10W30) in de
tweerichtingskoppeling. Slijtwerende en EP-toevoegingen
hebben een negatieve invloed op de werking van de
koppeling.
1
2. Controleplug
28
Gebruiksaanwijzing
Opmerking: Bepaal vanuit de normale bedieningspositie
de linker- en rechterzijde van de machine.
Bedieningsorganen
Tractiepedaal
Het tractiepedaal (Fig. 29) heeft twee functies; de machine
vooruit en achteruit te laten rijden. Om vooruit te rijden
moet u de bovenkant van het pedaal intrappen en om
achteruit te rijden de onderkant van het pedaal. Gebruik
hierbij de hiel en tenen van uw rechtervoet. De rijsnelheid
hangt af van hoever het pedaal wordt ingetrapt. Voor de
maximale rijsnelheid zonder lading trapt u het tractiepedaal
volledig in terwijl de gashendel op SNEL staat. De
maximumsnelheid vooruit is 15 km per uur. Voor maximaal
vermogen met zware belasting of heuvelopwaarts moet u de
gashendel op SNEL zetten en het tractiepedaal iets intrappen
om ervoor te zorgen dat het motortoerental hoog blijft. Als
het motortoerental lager wordt, moet u het tractiepedaal iets
laten opkomen om het motortoerental te verhogen.
Voorzichtig
Als u uw voet van het tractiepedaal haalt, moet de
machine stoppen; de machine mag in geen van
beide richtingen gaan kruipen. Als de machine
kruipt, mag u deze pas gebruiken als de
neutraalstand is gerepareerd en afgesteld; zie
Tractieaandrijving afstellen voor de neutraalstand.
Stuurpedalen
Het linker en het rechter stuurpedaal (Fig. 29) zijn verbonden
met de remmen op het linker en het rechter voorwiel omdat
beide remmen onafhankelijk van elkaar werken. U kunt de
remmen gebruiken om de machine een scherpe bocht te laten
maken of grip te laten houden als een wiel slipt terwijl u op
een helling rijdt. Nat of zacht gras kan echter worden
beschadigd als u de remmen gebruikt om een bocht te maken.