Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Het Voertuig Na Opslag Weer In Gebruik Nemen; Onderhoud - Club Car DS 2001 Handleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

VOORZICHTIG
• LAAT GEEN NATRIUMCARBONAAT-OPLOSSING IN DE BATTERIJEN DRINGEN.
3. Bewaar het voertuig op een koele, droge plaats. Zo voorkomt u dat de batterijen zichzelf ontladen.
4. Regel de bandenspanning op 138 kPa.
5. Smeer de voorophanging en voer een volledige halfjaarlijkse smeerbeurt uit. Zie Periodiek smeerschema,
pagina 23.
6. Maak de voor- en achterzijde van de carrosserie grondig schoon, net als de zittingen, de batterijruimte en de
onderzijde van het voertuig.
7. Schakel de parkeerrem niet in. Blokkeer de wielen om te voorkomen dat het voertuig wegrolt.
8. Zorg dat de batterijen tijdens de opslag volledig geladen blijven. Zie Batterijen, pagina 25.
• Laad 36 volt-voertuigen met Accu-Power-batterijladers zo mogelijk om de 6 tot 8 weken op, zoals nodig is.
Indien het niet mogelijk of praktisch is de batterijen bij te laden, koppelt u ze af tijdens de opslag van het
voertuig.
• Laat bij PowerDrive System 48- en PowerDrive Plus-voertuigen de PowerDrive-lader tijdens de opslag aan-
gesloten. De PowerDrive-laadfunctie zal de batterijen tijdens de opslag automatisch opladen wanneer het
nodig is. Zie Batterijen, pagina 25. Zie volgende OPMERKING.
OPMERKING
• EEN POWERDRIVE SYSTEM 48- OF POWERDRIVE PLUS-VOERTUIG ZAL NIET WERKEN ALS HET
OP EEN LADER AANGESLOTEN IS.
• INDIEN DE LADER TIJDENS DE LANGDURIGE OPSLAG NIET AANGESLOTEN KAN BLIJVEN, MOET
U DE BATTERIJKABELS AFKOPPELEN. (FIGUUR 2, PAGINA 8).

HET VOERTUIG NA OPSLAG WEER IN GEBRUIK NEMEN

1. Laad de batterijen volledig. Zie Batterijen, pagina 25.
2. Stel de bandenspanning in op 124-138 kPa.
3. Voer de controles vóór het eerste gebruik uit. Zie pagina 12.

ONDERHOUD

Lees GEVAAR en WAARSCHUWING op pagina 9.
ALGEMENE INFORMATIE
Om een probleemloze werking van het voertuig te verzekeren, is het van het grootste belang dat u een regelmatig
preventief onderhoudsprogramma toepast (vaste onderhoudsbeurten, ook wanneer het voertuig probleemloos
werkt). Een regelmatig en systematisch onderhoud zal defecten en dure reparaties door verwaarlozing voorko-
men. Een voertuig dat niet probleemloos werkt, moet uit gebruik worden genomen tot het gerepareerd is. Dit zal
verdere schade aan het voertuig en mogelijke verwondingen door onveilige condities voorkomen.
Neem voor alle reparaties en halfjaarlijkse of jaarlijkse onderhoudsbeurten contact op met uw plaatselijke
Club Car-distributeur/dealer. Zie volgende WAARSCHUWING.
WAARSCHUWING
• INDIEN BIJ EEN VASTE INSPECTIE OF ONDERHOUDSBEURT PROBLEMEN AAN HET LICHT
KOMEN, MAG U HET VOERTUIG NIET GEBRUIKEN TOT HET GEREPAREERD IS. HET ACHTERWEGE
LATEN VAN NOODZAKELIJKE REPARATIES KAN BRAND, MATERIËLE SCHADE EN ERNSTIGE OF
DODELIJKE VERWONDINGEN VEROORZAKEN.
• HEET! PROBEER NIET EEN HETE MOTOR OF UITLAAT TE ONDERHOUDEN. DIT ZOU ERNSTIGE
BRANDWONDEN KUNNEN VEROORZAKEN.
DS Golfwagen – Elektrische voertuigen – Handleiding voor de eigenaar, 2001
Onderhoud
21

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave