Patronen bewerken
Patronen bewerken
Wanneer u een patroon selecteert in het
patroonkeuzescherm en op
patroonbewerkscherm. Nadat u op een van de toetsen
hebt gedrukt om het patroon te bewerken, drukt u op
om terug te gaan naar het vorige scherm. Wanneer u klaar
bent met alle bewerkingen, drukt u op
gaan naar het borduurinstellingenscherm.
VOORZICHTIG
• Wanneer u een patroon hebt gewijzigd,
controleer dan op de display welke
borduurramen u kunt gebruiken en neem een
geschikt borduurraam. Als u een borduurraam
gebruikt dat niet op de display wordt
aangegeven, kan de persvoet het raam raken en
daardoor letsel veroorzaken.
■ Patroonbewerkscherm
1
2
F
E
D
C
B A 0 9
Memo
• Als een toets lichtgrijs is, kunt u die functie niet
gebruiken bij het geselecteerde patroon.
Display
Nr.
Toetsnaam
1
Hier worden de borduurramen
weergegeven die u kunt gebruiken
Borduurraam
(pagina 24). En nadat u op de toets voor
het te gebruiken borduurraam hebt
gedrukt, kunt u [Borduurraam
identificatie weergave] instellen op [ON].
Wanneer u [Borduurraam identificatie
weergave] wilt instellen op [OFF], drukt u
op
2
Geeft de grootte van het gehele
combinatiepatroon aan.
Grootte van het
patroon
3
Druk op deze toets om het patroon op
het scherm te vergroten.
Vergrotentoets
32
drukt, verschijnt het
om door te
3 4
5
6
7
8
Uitleg
.
Display
Nr.
Toetsnaam
4
Druk op deze toets om een afbeelding van
het borduurwerk weer te geven. Druk op
Voorbeeldtoets
dat in het voorbeeld wordt gebruikt.
•
: Medium borduurraam/10 cm ×
10 cm (4 inch × 4 inch)
•
: Klein borduurraam/2 cm × 6 cm
(1 inch × 2-1/2 inch)
Druk op
patroon te vergroten.
5
Met de rotatietoets draait u het patroon
op het scherm. U kunt patronen telkens
Rotatietoets
1 graad, 10 graden of 90 graden draaien.
Druk op
zetten op de oorspronkelijke positie.
6
Met deze toets wijzigt u de kleuren van
het weergegeven patroon.
Garenkleurentoets
Druk op
selecteren die u wilt wijzigen.
Druk op
kleurenpalet om een nieuwe kleur te kiezen.
Druk op
kleur terug wilt.
7
Met deze toets kunt u het geselecteerde
patroon (het rood omrande patroon) wissen.
Wissentoets
8
Druk op deze toets om het
bewerkscherm voor lettertypen weer te
Toets Lettertype
geven. (pagina 33)
bewerken
9
Druk op deze toets om het
borduurinstellingenscherm te openen.
Eindetoets
(pagina 34)
0
Druk op deze toets om patronen op te
slaan in het geheugen van de machine of
Geheugentoets
op de USB-stick. (pagina 36)
A
Als u een combinatiepatroon hebt
gekozen, kunt u met deze toets een
Patroonkeuzetoets
gedeelte van het patroon kiezen dat u
wilt bewerken. Het geselecteerde
patroon is rood omrand.
B
Druk op deze toets om een
borduurpatroon toe te voegen aan het
Toevoegentoets
patroon dat op dit moment wordt
weergegeven.
C
Met de horizontale spiegeltoets spiegelt
u het geselecteerde patroon horizontaal.
Horizontale
spiegeltoets
D
Met deze toets wijzigt u de
draaddichtheid van sommige letter- of
Draaddichtheidstoets
kaderpatronen.
E
Druk op deze toets om het patroon te
verplaatsen.
Verplaatsingstoets
Druk op
verplaatsen in de richting van de pijl.
Druk op
Uitleg
om het borduurraam te kiezen
om de afbeelding van het
om het patroon terug te
of op
om de kleur te
of op de kleur op het
als u de oorspronkelijke
om het patroon te
om het patroon te centreren.