Inhoudsopgave
Advertenties
Memo
• Als [Borduurraam identificatie weergave] in het
instellingenscherm is ingesteld op [ON], kunt u het
patroon bewerken in het scherm alsof het borduurraam
is bevestigd.
a
b
1 Het borduurraam dat is geselecteerd op het moment
dat [Borduurraam identificatie weergave] is ingesteld
op [ON], is gemarkeerd. Druk op deze toets om te
schakelen tussen de instellingen [ON] en [OFF].
2 Het borduurgebied voor het geselecteerde
borduurraam verschijnt.
3 Patronen die niet in het geselecteerde raam passen,
verschijnen gearceerd. U kunt deze niet selecteren.
• Er zijn drie formaten borduurgebieden beschikbaar voor
borduurraam (klein).
Wanneer u [Borduurraam identificatie weergave] hebt
ingesteld op [ON] voor borduurraam (klein), is het
gebied voor plaatsing van de patronen beter zichtbaar.
Het gebied buiten het borduurgebied heeft dan een
andere achtergrondkleur.
1
2
1 2 cm × 6 cm (ongeveer 1 inch (H) × 2-1/2 inch (B))
2 3 cm × 5 cm (ongeveer 1-1/8 inch (H) × 2 inch (B))
3 4 cm × 3 cm (ongeveer 1-1/2 inch (H) × 1-1/8 inch (B))
4 De patronen zijn buiten het borduurgebied geplaatst.
■ Letterpatronen kiezen
a
Druk op
.
b
Druk op de toets van het lettertype dat u wilt
borduren.
c
Druk op een tab om het gewenste selectiescherm weer
te geven en typ de tekst.
a
b
• Als u een spatie wilt invoeren, drukt u op
c
3
4
1 Huidig regelnummer
2 Tab
.
• Als u een letter hebt geselecteerd en de grootte ervan
wilt veranderen, drukt u op
op de toets drukt, verandert de grootte van groot,
naar medium naar klein. Nadat de lettergrootte is
gewijzigd, hebben alle letters op dezelfde regel de
nieuwe lettergrootte.
• Als u per ongeluk verkeerd kiest, druk dan op
uw fout te wissen.
• Druk op
als u alle ingevoerde letters wilt
controleren, bijvoorbeeld bij meerdere regels tekst.
• Druk op
als u meerdere regels wilt toevoegen.
• Wanneer u het Japanse lettertype hebt geselecteerd,
drukt u op
om de tekst verticaal of horizontaal te
schrijven.
d
Druk op
.
• Meer bijzonderheden over het bewerken van het
patroon vindt u in "Patronen bewerken" op
pagina 32.
■ Kaderpatronen selecteren
a
Druk op
.
b
Druk op de toets van de kadervorm die u wilt borduren.
c
Druk op de toets van het kaderpatroon dat u wilt
borduren.
d
Druk op
.
• Meer bijzonderheden over het bewerken van het
patroon vindt u in "Patronen bewerken" op
pagina 32.
■ Patronen combineren
a
Selecteer het patroon en druk op
b
Bewerk, indien nodig, het patroon en druk op
• Meer bijzonderheden over patroonbewerking vindt u
in "Patroonbewerkscherm" op pagina 32.
Borduren
. Telkens wanneer u
om
2
.
.
25
Advertenties
Inhoudsopgave
