OVERIGE OPNAMEFUNCTIES
• Zet de achtergrond stil op
het beeldscherm.
• Alleen het tweede beeld
wordt opgenomen.
• Neem het beeld op m.b.v.
de achtergrond in het
beeldscherm als gids.
1.
Druk op [
] (REC) en selecteer daarna "
BEST SHOT" als de opnamefunctie (pagina
49).
2.
Gebruik [ ] en [ ] om "Pre-shot" te
selecteren en druk vervolgens op [SET].
3.
Voer compositie op het beeldscherm uit van
de gewenste achtergrond en druk vervolgens
op de sluitertoets om die tijdelijk als
referentiebeeld op te nemen.
• Door deze bewerking verschijnt een halfdoorzichtig
beeld van de achtergrond op het beeldscherm maar
wordt het weergegeven beeld niet opgeslagen in het
geheugen van de camera.
• Voor dit type beeld liggen de instellingen voor de
scherpstelling, de witbalans, zoomen en het flitsen.
89