OVERIGE OPNAMEFUNCTIES
Toewijzen van functies aan de [ ] en [ ]
toetsen
Een functie voor "toetsaanpassing" stelt u in staat de [ ] en
[ ] toetsen te configureren zodat deze de camera
instellingen veranderen wanneer ze ingedrukt worden tijdens
een opnamefunctie (REC). Na het configureren van de [ ]
en [ ] toetsen kunt u de instellingen veranderen die er aan
zijn toegewezen zonder door het menuscherm te lopen.
1.
Druk tijdens een opnamefunctie (REC) op
[MENU].
2.
Selecteer de "REC" (opname) tab, selecteer
"L/R Key" (linker/rechter toets) en druk
vervolgens op [ ].
3.
Gebruik [ ] en [ ] om de gewenste instelling
te selecteren en druk vervolgens op [SET].
• Nadat u een functie toegewezen heeft kunt u de
instelling ervan eenvoudigweg veranderen door op
de [ ] of [ ] toetsen te drukken.
— Opnamefunctie (REC) (pagina 49)
— EV verschuiving (pagina 78)
— Witbalans (pagina 79)
— ISO (pagina 101)
— Zelfonspanner (pagina 64)
— Uit (off) : geen functie toegewezen
Specificeren van de default instellingen
bij inschakelen van de spanning
Met het "functiegeheugen" van deze camera kunt u de
default instellingen bij inschakelen van de spanning
afzonderlijk instellen voor de opnamefunctie, de
flitserfunctie, de scherpstelfunctie, de witbalansfunctie, de
ISO gevoeligheid, AF kader, zelfontspanner, flitsintensiteit,
de digitale zoomfunctie, de handmatige scherpstelstand en
de zoompositie. Het inschakelen van het functiegeheugen
voor een bepaalde functie is een boodschap aan de camera
om de status te onthouden van die functie wanneer u de
camera uitschakelt om dezelfde status opnieuw te verkrijgen
wanneer de camera weer ingeschakeld wordt. Wanneer het
functiegeheugen uitgeschakeld is, stelt de camera
automatisch de oorspronkelijke defaultinstellingen voor de
betreffende functie in die ingesteld waren in de fabriek.
— De volgende tabel toont wat er gebeurt als u het
functiegeheugen voor elke functie in- of uitschakelt.
106