nl Kookplaat bedienen
De accessoires en de verpakkingsresten zoals piep-
1.
schuimbolletjes uit de binnenruimte verwijderen.
Vóór het verwarmen de gladde oppervlakken in de
2.
binnenruimte af met een zachte, vochtige doek afve-
gen.
Zolang het apparaat opwarmt, de ruimte ventileren.
3.
De verwarmingsmethode en de temperatuur instel-
4.
len.
→ "De Bediening in essentie", Pagina 19
Verwarmings-
3D‑hetelucht
methode
Kookplaat bedienen
9 Kookplaat bedienen
Hier wordt de bediening van uw kookplaat in essentie
beschreven.
9.1 Kookplaat inschakelen en uitschakelen
De kookplaat met de hoofdschakelaar
▶
len en uitschakelen.
De kookplaat gaat automatisch uit wanneer de
kookzones langer dan 20 seconden uitgeschakeld
zijn.
ReStart
Wanneer u het apparaat binnen 4 seconden na het
▶
uitschakelen weer inschakelt, treedt de kookplaat in
werking met de vorige instellingen.
9.2 Instellen van de kookzones
Om de gewenste selecteerbare vermogensstand te kie-
zen,
of
aanraken.
Elke vermogensstand heeft een tussenstand. Deze is
aangeduid met een punt.
Vermogensstand
Kookzone en vermogensstand kiezen
Om de kookzone te kiezen op
1.
Kies in de volgende 10 seconden de vermogens-
2.
stand:
Op
drukken om de vermogensstand
‒
roepen.
Op
drukken om de vermogensstand
‒
roepen.
a De vermogensstand is ingesteld.
Opmerking: Wanneer er geen kookgerei op de kook-
plaat staat, of de pan niet geschikt is, dan knippert de
gekozen vermogensstand. Na een bepaalde tijd wordt
de kookzone uitgeschakeld.
QuickStart
Wanneer u vóór het inschakelen kookgerei op de
▶
kookplaat plaatst, dan wordt dit bij het inschakelen
herkend en wordt de betreffende kookzone automa-
tisch gekozen. Vervolgens in de volgende 20 secon-
den de vermogensstand kiezen, anders schakelt de
kookplaat zelf uit.
16
inschake-
Laagste vermogensstand
Hoogste vermogensstand
tippen.
op te
op te
Temperatuur
Maximum
Tijdsduur
1 uur
Het apparaat na de aangegeven tijdsduur uitschake-
5.
len.
Wachten tot de binnenruimte is afgekoeld.
6.
De gladde oppervlakken met zeepsop en een
7.
schoonmaakdoekje reinigen.
De accessoires met zeepsop en een schoonmaak-
8.
doekje of een zachte borstel reinigen.
Kookstand wijzigen en kookzone uitschakelen
De kookzone kiezen.
1.
Raak
of
aan, tot de gewenste kookstand ver-
2.
schijnt. Om de kookzone uit te schakelen,
len.
Snel uitschakelen van de kookplaat
Gedurende 3 seconden het symbool van de kookzone
aanraken. De kookplaat schakelt uit.
9.3 Kookadviezen
De tabel geeft aan welke vermogensstand (
welk levensmiddel geschikt is. De bereidingstijd (
)kan variëren afhankelijk van de soort, het gewicht, de
dikte en de kwaliteit van de levensmiddelen. Om voor
te verwarmen, vermogensstand 8 - 9 instellen.
Smelten
Boter, honing, gelatine
Verwarmen en warm houden
1
Gekookte worstjes
Ontdooien en opwarmen
Spinazie, diepvries
Gaarstoven, zachtjes laten ko-
ken
1
Aardappelballetjes
Geklopte sauzen, bijv. bearnai-
sesaus, hollandaisesaus
Koken, stomen, stoven
Rijst met dubbele hoeveelheid
water
Aardappelen in schil
1
Pasta
Soepen
Groente
Eenpansgerecht met de snel-
kookpan
Sudderen
Stoofvlees
2
Goulash
Zonder deksel
1
Voorverwarmen op kookstand 8 - 8.
2
instel-
) voor
1 - 2
-
3 - 4
-
3 - 4
15 - 25
4. - 5.
20 - 30
3 - 4
8 - 12
2. - 3.
15 - 30
4. - 5.
25 - 35
6 - 7
6 - 10
3. - 4.
15 - 60
2. - 3.
10 - 20
4. - 5.
-
4 - 5
60 - 100
3 - 4
50 - 60