Inhoudsopgave
Advertenties
10. Storingz
10. Storingz
10. Storingzoek
10. Storingz
10. Storingz
oek
oek
oeken
oek
Voor de bediening van de spuitmachine in geval van problemen wordt verwezen naar de handleiding van de
spuitmachine. Daarin wordt de behandeling van alle mogelijke problemen beschreven.
F F F F F outmelding
outmelding
outmelding
outmeldingen en hun betek
outmelding
en en hun betek
en en hun betek
en en hun betek
en en hun betekenis
Melding
Om schrijving
nr.
1
Cannot reach application rate Kan dosering niet bereiken Volumestroom te groot > snelheid verhogen.
2
Max. pressure limit exceeded Max. druk bereikt
3
Min. pressure rate exceeded Min. druk bereikt
4
Min. tank contents exceeded
8
Wrong final stops.
Calibrate NOVA Track
23
Slanting sensor w rongly
mounted
24
Potentiometer w rongly
mounted
25
Gyroscope w rongly mounted Gyroscoop verkeerd
26
Potentiometer measurement
inverted
27
TC calibration is necessary
28
Check TC parameter
29
TC draw bar-potentiometer
is def ective
30
TC gyroscope is defective
31
TC slope sensor is defective
10.
10. Storingz
10.
Storingz oek
Storingz
Storingz
10.
10.
Storingz
en
en
en
en
enis
enis
enis
enis
Betekenis
Min. tankinhoud bereikt
Verkeerde eindstops.
Calibreer NOVA Track
Scheefstellingssensor
verkeerd gemonteerd
Potentiometer verkeerd
gemonteerd
gemonteerd
Potentiometermeting
omgekeerd
Kalibratie NOVA Track
noodzakelijk
Controleer parameters
NOVA Track
NOVA Track dissel-
potentiometer is defect
NOVA Track gyroscoop
is defect
NOVA Track hellingsensor Controleer de bedrading en stekker-verbindingen.
is defect
oek
oek en
oek
en
en
en
oek
en
Volumestroom te klein > snelheid verlagen.
Dosering f luctueert rond gekozen w aarde > verlaag
regelconstante.
Dosering verandert langzaam > verhoog regelconstante.
Verlaag snelheid om de volumestroom te verlagen.
Verhoog snelheid om de volumestroom te verhogen.
Vul de tank bij.
Kalibreer de Track module opnieuw .
Controleer de bevestiging van de sensor.
Deze moet verticaal op de spuitmachine zitten
Controleer de bevestiging van de potentiometer.
Deze moet in de middenstand staan als de dissel recht staat.
Controleer de bevestiging van de gyroscoop op de trekker.
Deze dient verticaal op de trekker te zitten.
Controleer of het w oord 'TOP' aan de bovenzijde van de sensor zit.
Controleer of u het kalibratieproces goed hebt uitgevoerd.
Zo ja, dan dient de potentiometer andersom gemonteerd te w orden.
Kalibreer de Track module opnieuw .
De geprogrammeerde parameters van de Track
module overschrijden de grenzen. Controleer de parameters.
Controleer de bedrading en stekker-verbindingen.
Zijn deze goed, verw issel dan de potentiometer.
Controleer de bedrading en stekker-verbindingen.
Zijn deze goed, verw issel dan de gyroscoop.
Zijn deze goed, verw issel dan de hellingsensor.
Rem edie
43
Advertenties
Inhoudsopgave
