®
VLT
HVAC Drive Design Guide
2 Inleiding tot VLT HVAC Drive
2.9 Algemene EMC-aspecten
2.9.1 Algemene aspecten van EMC-emissies
2
Elektrische interferentie bij frequenties binnen een bereik van 150 kHz tot 30 MHz zijn normaal gesproken geleid. Via de lucht verspreide interferentie
van het aandrijfsysteem binnen een bereik van 30 MHz tot 1 GHz worden gegenereerd door de omvormer, de motorkabel en de motor.
Zoals op onderstaande afbeelding te zien is, genereren capacitieve stromen in de motorkabel samen met een hoge dV/dt van de motorspanning lekstro-
men.
Het gebruik van een afgeschermde motorkabel verhoogt de lekstroom (zie onderstaande afbeelding), omdat afgeschermde kabels een hogere capacitantie
naar de aarde hebben dan niet-afgeschermde kabels. Als de lekstroom niet wordt gefilterd, zal deze een grotere interferentie in het net veroorzaken in
het radiolekstroombereik lager dan ongeveer 5 MHz. Omdat de lekstroom (I
) via de afscherming (I
) naar de eenheid wordt teruggevoerd, zal de
1
3
afgeschermde motorkabel in principe slechts een klein elektromagnetisch veld (I
) opwekken, zoals te zien is in onderstaande afbeelding.
4
De afscherming vermindert de interferentie door straling, maar verhoogt de laagfrequent-interferentie op het net. De afscherming van de motorkabel
moet zowel op de behuizing van de frequentieomvormer als op de motorbehuizing worden gemonteerd. De beste manier om dit te doen is door inge-
bouwde afschermingsklemmen te gebruiken om gedraaide uiteinden (pigtails) te vermijden. Deze verhogen de schermimpedantie bij hogere frequenties,
waardoor het effect van de afscherming afneemt en de lekstroom (I
) toeneemt.
4
Als voor veldbus, relais, stuurkabel, signaalinterface en rem een afgeschermde kabel wordt gebruikt, moet de afscherming aan beide uiteinden op de
behuizing worden gemonteerd. In enkele situaties zal het echter noodzakelijk zijn de afscherming te onderbreken om stroomlussen te vermijden.
Wanneer de afscherming op een montageplaat voor de frequentieomvormer moet worden geplaatst, moet deze montageplaat van metaal zijn, aangezien
de afschermstromen naar de eenheid terug moeten worden geleid. Zorg ook voor een goed elektrisch contact van de montageplaat, via de montage-
bouten, naar het chassis van de frequentieomvormer.
Bij gebruik van niet-afgeschermde kabels wordt echter niet voldaan aan bepaalde emissievereisten, hoewel er wel aan de immuniteitsvereisten wordt
voldaan.
Om het interferentieniveau van het totale systeem (eenheid + installatie) zo veel mogelijk te beperken, moet de bekabeling van de motor- en remweer-
stand zo kort mogelijk zijn. Voorkom dat signaalgevoelige kabels naast motor- en remweerstandskabels worden geplaatst. Een radiostoring van meer
dan 50 MHz (via de lucht) wordt met name gegenereerd door de besturingselektronica.
2.9.2 Emissie-eisen
Volgens de EMC-productnorm voor frequentieomvormers met regelbaar toerental, EN/IEC 61800-3:2004, hangen de EMC-eisen af van het beoogde
gebruik van de frequentieomvormer. In de EMC-productnorm zijn vier categorieën gedefinieerd. De definities voor de vier categorieën en de vereisten
ten aanzien van emissies via geleiding (via het net) zijn te vinden in onderstaande tabel.
43
MG.11.B9.10 – VLT
®
is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss