6 Toepassingsvoorbeelden
Ingestelde ref. 0
Stel
in op de eerste, vooraf ingestelde snelheid (Par. 3-10
referentie
). Bijv.: 60%
Stel
Ingestelde ref. 1
in op de tweede, vooraf ingestelde snelheid (Par. 3-10
Stel
Timer 0
in Par. 13-20
Gebeurtenis 1
Stel
in Par. 13-51
Stel
Gebeurtenis 2
in Par. 13-51
Stel
Gebeurtenis 3
in Par. 13-51
Gebeurtenis 4
Stel
in Par. 13-51
Stel
Actie 1
in Par. 13-52
SL-controlleractie
Stel
Actie 2
in Par. 13-52
SL-controlleractie
Actie 3
SL-controlleractie
Stel
in Par. 13-52
Actie 4
SL-controlleractie
Stel
in Par. 13-52
6
Stel de Smart Logic Control in Par. 13-00
Start/stopcommando wordt gegeven via klem 18. Als een stopsignaal wordt gegeven, zal de frequentieomvormer uitlopen en naar de vrije modus gaan.
6.1.8 BASIC cascaderegelaar
De BASIC cascaderegelaar wordt gebruikt voor pomptoepassingen waarbij een bepaalde druk (opvoerhoogte) of niveau moet worden gehandhaafd over
een breed dynamisch bereik. Het laten draaien van een grote pomp met een variabele snelheid en een groot bereik is geen ideale situatie vanwege het
lage pomprendement en omdat er een praktische limiet van ongeveer 25% van de nominale snelheid bij volledige belasting bestaat voor een werkende
pomp.
130
Timer SL-controller
[0] in voor een constante draaisnelheid. Bijv.: 2 s.
SL Controller Event
TRUE
[1] in op
SL Controller Event
[2] in op
Op referentie
SL Controller Event
[3] in op
Time-out 0
SL Controller Event
FALSE
[1] in op
[1] in op
Kies ingest. ref. 0
[2] in op
Start timer 0
Kies ingest. ref. 1
[3] in op
Geen actie
[4] in op
SL- controllermodus
in op
MG.11.B9.10 – VLT
Ingestelde ref.
[0]) als een percentage van
Ingestelde ref.
[1]). Bijv.: 0% (nul).
[1].
[4].
[30].
[0].
[10].
[29].
[11].
[1].
Aan
.
®
is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
®
VLT
HVAC Drive Design Guide
Max. referentie
Max.
(Par. 3-03