De helderheid aanpassen
U kunt de helderheid van het beeld
aanpassen door de iris, versterking of
sluitertijd of de hoeveelheid licht aan te
passen. In dit gedeelte wordt het gebruik
van de handmatige lensring voor het
handmatig aanpassen van de helderheid
beschreven.
De iris aanpassen
Dit is handig om de achtergrond onscherp
of scherp te maken.
1
Wijs de irisfunctie toe aan de
handmatige lensring A (p. 33).
2
Druk op de MANUAL-knop B.
verdwijnt naast de iriswaarde en de
iriswaarde wordt gemarkeerd.
Iriswaarde
34
NL
3
Draai de handmatige lensring A
om de waarde aan te passen.
De lichtsterkte wordt verhoogd
naarmate u het diafragma verder opent
(de F-waarde wordt lager). De
lichtsterkte wordt verlaagd naarmate u
het diafragma verder sluit (de F-waarde
wordt hoger).
De iris tijdelijk automatisch aanpassen
1 Wijs [IRIS PUSH AUTO] toe aan de
ASSIGN 1/ASSIGN 2-knop (p. 44).
2 Houd de ASSIGN 1/ASSIGN 2-knop
ingedrukt.
De iris wordt automatisch aangepast zolang
u de knop ingedrukt houdt.
De iris automatisch aanpassen
Druk op de MANUAL-knop B terwijl de
iriswaarde is gemarkeerd.
De iriswaarde verdwijnt of
de iriswaarde weergegeven.
De versterking aanpassen
U kunt dit gebruiken als u de waarde niet
wilt verhogen met AGC (Automatic Gain
Control).
1
De versterkingsfunctie toewijzen
aan de handmatige lensring A
(p. 33).
2
Druk op de MANUAL-knop B.
verdwijnt naast de waarde van de
versterking en de waarde is gemarkeerd.
wordt naast