De opname-instelling wijzigen
De opname-indeling selecteren
U kunt de opname-indeling selecteren
(bitsnelheid, beeldformaat, framesnelheid,
systeem scannen). De standaardinstelling is
als volgt:
NTSC-model: 1080/60i
PAL-model: 1080/50i
1
Druk op de MENU-knop.
2
Selecteer
(REC/OUT SET) t
[REC SET] t [REC FORMAT] t
een gewenste indeling met de V/
v/B/b/SET-knop.
Instelwaarde
NTSC-model
1080/60p PS
1080/60i FX
1080/60i FH
1080/30p FX
1080/30p FH
1080/24p FX
1080/24p FH
720/60p FX
720/60p FH
720/60p HQ
Waarden instellen
• Bitsnelheid
PS: max. 28 Mbps
FX: max. 24 Mbps
FH: ca. 17 Mbps (gemiddeld)
HQ: ca. 9 Mbps (gemiddeld)
• Beeldformaat
1080: 1920×1080
720: 1280x720
PAL-model
1080/50p PS
1080/50i FX
1080/50i FH
1080/25p FX
1080/25p FH
-
-
720/50p FX
720/50p FH
720/50p HQ
• Framesnelheid
60, 50, 30, 25 of 24
• Scansysteem
i: interlace
p: progressief
Als u [1080/60i
] (NTSC-model) of
[1080/50i
] (PAL-model) selecteert,
worden films bijvoorbeeld opgenomen in
de volgende indeling.
• 1080: Effectieve scanlijnen
• 60, 50: Framesnelheid
• i: Scansysteem
• FX: Opnamestand
Weergegeven framesnelheid
(NTSC-model)
De framesnelheid die wordt weergegeven
op het lcd-scherm, verschilt van de
werkelijke framesnelheid.
Framesnelheid op het
lcd-scherm
24
30
60
b Opmerkingen
• Films die zijn opgenomen met de opnamemodus
PS of FX op [REC FORMAT], kunnen alleen
op een extern media-apparaat worden
opgeslagen (p. 80).
z Tips
• De opname-indeling 720/60iHQ (NTSC-model)
of 720/50iHQ (PAL-model) wordt automatisch
geselecteerd voor de DV-opname.
De DV MODE (DV-modus)
instellen
U kunt opnemen/afspelen in de DV-modus
van de standaardbeeldkwaliteit.
1
Druk op de MENU-knop.
Werkelijke
framesnelheid
23,98
29,97
59,94
Vervolgd ,
31
NL