6.2.7 Priming (Vooraanzuiging van de pomp)
Bij elke start van de pomp voert het systeem de vooraanzuigprocedure, "Priming" genoemd, uit (indien geactiveerd).
De Priming bestaat uit twee fasen:
Aan het einde van het opstarten van de pomp (zoals beschreven in par. 5.2), wordt de stroming nagegaan; als
deze normaal is, is de priming al uitgevoerd en vindt overgang plaats naar de conditie van het actieve setpoint.
Als dat niet het geval is, is het systeem leeg en moet het opnieuw gevuld worden: u gaat dan over naar de tweede
fase, waarin de pomp wordt geactiveerd op de maximale primingsnelheid ("Max Priming Speed") totdat hij gevuld
is, of in ieder geval gedurende de hele tijd die is gespecificeerd door de parameter "Max Priming Time".
Ook nu, als de vooraanzuiging met succes heeft plaatsgevonden, gaat het systeem verder naar het tweede actieve
setpoint.
Maar als de vooraanzuiging niet gelukt is, gaat het systeem nu over naar de storingstoestand "NoPriming" (blokkering
wegens "Pomp niet gevuld"). Raadpleeg hoofdstuk 7 voor de blokkeringen en het herstel ervan.
Met het menu-item "Priming" kunt u:
de functie activeren of deactiveren (fabriekswaarde: geactiveerd);
de snelheid "Max Priming Speed" selecteren, tussen 50% en 100%;
de maximale tijd "Max Priming Time" selecteren, tussen 1 en 30 minuten.
De fabriekswaarden staan vermeld in hoofdstuk 8.
Over het algemeen is het niet nodig de priming uit te voeren bij elke start van de pomp (en zij kan ook
worden uitgeschakeld) in installaties onder de vloeistofspiegel.
De maximale snelheid tijdens de priming ("Max Priming Speed") kan worden beperkt in installaties die
niet in staat zijn om hoge snelheden te tolereren.
6.2.8 Anti-Freeze (beveiliging tegen bevriezing van het water in de pomp)
IJsvorming, d.w.z. de verandering van de toestand van water van vloeibare in vaste vorm, brengt zoals bekend een
aanzienlijke volumevergroting met zich mee, waardoor de kans bestaat dat de installatie waarin het water zich bevindt
beschadigd wordt.
Om deze reden wordt in het algemeen aanbevolen alle elektropompen en watersystemen in de winter te legen,
wanneer de temperaturen tot het vriespunt dalen.
Het systeem is voorzien van de beschermingsfunctie tegen bevriezing, "Antifreeze", die de pomp automatisch laat
draaien als de temperatuur onder waarden rond het nulpunt daalt. Het water in het systeem wordt hierdoor in
beweging gebracht en iets verwarmd, waardoor de kans op ijsvorming afneemt.
Met deze functie kan de pomp worden beschermd, maar kan in het algemeen niet voorkomen dat er
zich ijs vormt in het zwembad zelf of andere delen van de installatie.
De temperatuursensor is in de buurt van de motor gemonteerd en voelt niet rechtstreeks de temperatuur
van het water, maar die van de pompmotorgroep.
Als de pomp zich in een technische ruimte bevindt, kan de buitentemperatuur (ook zelfs veel) lager zijn
dan de door de sensor gemeten temperatuur.
NEDERLANDS
Afbeelding 35
Afbeelding 36
185