de in- en uitschakelingen worden automatisch bediend door tijdklokken ("Timers") die naar wens op
weekbasis kunnen worden geprogrammeerd, of door signalen die afkomstig zijn van een externe
besturingseenheid ("EXT").
Bij het verlaten van de fabriek is deze modus uitgeschakeld.
Hij kan worden geactiveerd door ten eerste de nodige parameters te configureren (zie 6.2.5 en 6.2.6), en vervolgens
op de toets "Auto" te drukken (de bijbehorende led gaat branden).
De modus "Handbediening" en de modus "Automatisch" kunnen ook tijdelijk worden gebruikt; in dat
geval blijft de automatisering ("Auto") actief op de achtergrond, zoals verderop uitgebreider wordt
beschreven, maar kan zij indien nodig tijdelijk worden onderdrukt door handbediening, die voorrang
heeft.
5.2 Snel starten en stoppen van de pomp ("Handbediening")
Bij het verlaten van de fabriek en bij levering is Priming geactiveerd op de pomp: als de programmering
van Priming niet wordt veranderd (zie par. 6.2.7), kan de pomp bij de eerste inschakeling op de
maximale snelheid starten.
Voordat u op de toets "RUN/STOP" drukt, dient u na te gaan of de kleppen open zijn en de slangen niet
verstopt zitten. Verder moet u op afstand blijven van het filter en de onderdelen waarin druk kan
ontstaan.
Controleer grondig alle BELANGRIJKE WAARSCHUWINGEN EN AANBEVELINGEN VOOR DE
VEILIGHEID
Nadat de eerste configuratie is uitgevoerd met behulp van de WIZARD (in de toestand waarin de witte led
en de led "Auto" is gedoofd), is het heel eenvoudig om de pomp te laten starten:
druk op een van de toetsen "SET1" tot en met "SET4" (d.w.z. de toets die overeenstemt met het gewenste
"setpoint", bv. "SET1"), of druk op de toets "QuickClean" voor een snelle reiniging. De led van de ingedrukte
toets gaat branden, wat aangeeft dat de keuze is gemaakt;
druk op de toets "RUN/STOP".
Op dit punt wordt de inschakeling geactiveerd en start de pomp; de groene led
de witte led
vast gaat branden (wat aangeeft dat het systeem nu actief is).
Het systeem voert het opstarten uit: de pomp start met een vaste snelheid (50%) gedurende enkele seconden.
Het opstarten is nodig voor een goede inschakeling van de pomp en vindt plaats bij elke start van de
motor.
Vervolgens vindt de aanzuiging (of "Priming", par. 6.2.7) plaats als deze is geactiveerd (zoals in de fabrieksinstelling).
Vervolgens blijft de pomp werken volgens het setpoint van de gebruikte functie "SETx" of "QuickClean" (in het
voorbeeld het setpoint "SET1").
De fabriekswaarden staan vermeld in hoofdstuk 8.
Voor de toetsen "SETx" kunnen het setpoint (door ook te kiezen tussen debiet en snelheid) en de andere
kenmerken (duur ) gemakkelijk worden veranderd via het menu (zie 6.2.2).
Ook de werking die gekoppeld is aan de toets "QuickClean" kan worden aangepast (zie 6.2.4).
Door op een toets "SETx" of "QuickClean" te drukken gaat de pomp naar de modus "Handbediening",
die voorrang heeft boven de modus "Auto": ook als "Auto" actief is (led "Auto" brandt), start de pomp met
het setpoint dat aan de toets gekoppeld is als op een toets "SETx" of "QuickClean" wordt gedrukt.
Aan elke functie "SETx" en "QuickClean" is ook een uitvoeringstijd of duur gekoppeld.
Tijdens de werking van de pomp kunnen de volgende gebeurtenissen optreden:
het einde van de tijd (of duur) die hoort bij de eerder geselecteerde toets "SETx" of "QuickClean" wordt
bereikt,
of dezelfde toets "SETx" of "QuickClean" wordt opnieuw ingedrukt,
in beide gevallen stopt de werking van de toets, gaat de led ervan uit en stopt de pomp.
Als de functie "Auto" echter actief was op de achtergrond (led "Auto" brandt), neemt deze de controle
over de machine over, en laat ofwel de pomp stoppen of schakelt deze in met een ander setpoint,
afhankelijk van de programmering. De pomp schakelt dus mogelijk niet uit.
Het handmatig stoppen van de pomp is heel eenvoudig: terwijl de pomp in werking is, hoeft u alleen maar:
NEDERLANDS
172
van de werking gaat branden, terwijl
knippert